9 zaken die de economie zullen veranderen na de coronacrisis

De Franse zakenbank Natixis somt in een nota aan haar klanten een reeks veranderingen op die zich na de coronacrisis in de economie kunnen manifesteren.

1. Obstakels die de groei kunnen hinderen

  • Het verdwijnen van bedrijven en de vernietiging van kapitaal.
  • De buitensporige schuldpositie van landen, gekoppeld aan mogelijke budgettaire restricties.
  • De buitensporige schuldpositie van bedrijven, gekoppeld aan de reductie van de werkgelegenheid en investeringen

2. Verhoogde aversie tegenover risico’s

  • Een stijging van de risicopremies (op bedrijfsschulden en activa).
  • Wat op zijn beurt leidt tot een stijging van de financiering van bedrijven, die minder investeringen tot gevolg heeft.
  • Gezinnen en bedrijven zullen minder snel schulden aangaan.

3. Een overaanbod aan liquide middelen als gevolg van de tussenkomsten van centrale banken kunnen leiden tot

4. Verstoring van de vraagstructuur binnen welbepaalde sectoren

  • Toenemende risico-aversie die kan leiden tot een voorkeur voor (goedkopere) niet-duurzame goederen boven (duurdere en op krediet te kopen) duurzame goederen.
  • Permanente toename van het belang van e-commerce.
  • Een langdurig wantrouwen tegenover langeafstandsreizen.

5. Terugkeer naar regionale waardeketens

  • Als gevolg van de crisis zullen overheden strategische activiteiten terug dichter bij huis willen hebben (geneesmiddelen, medisch materiaal, telecom, internet, energie-infrastructuur).
  • Hetzelfde geldt voor bedrijven, die hun productie dichterbij willen hebben om niet langer afhankelijk te zijn van één leverancier op afstand voor hun componenten en onderdelen.
  • Deze veranderingen zullen voordelig blijken voor gedesindustrialiseerde landen, maar nadelig zijn voor landen die vandaag deel uitmaken van globale productieketens.

6. De rol van de overheid en bezorgdheid om de toekomst

De overheid zal haar tol van strateeg terug opeisen, met toenemende bezorgdheid voor de lange termijn. Dat zal leiden tot:

  • Een stijging van de overheidsuitgaven in gezondheidszorg, onderwijs en opleidingen.
  • Strengere klimaat- en milieuregels.
  • Het lokaal organiseren van strategische sectoren.

7. De terugkeer van inflatie, gelinkt aan productiekosten

Hogere inflatie na de crisis kan het gevolg zijn van:

  • Het terugbrengen van de productie, omdat de productiekosten in de OESO-landen hoger liggen dan in de opkomende economieën.
  • Hogere lonen voor werknemers die essentieel zijn gebleken tijdens de crisis (gezondheidszorg, retail, transport, veiligheid,…)

8. De deglobalisering van de economie door

9. Een alternatief voor het neo-liberale kapitalisme

Het neo-liberale kapitalsime dat zijn opgang maakte na de jaren 1980 zal sterk worden bekritiseerd vanwege

  • De nadruk op de korte termijn, met grote aandacht voor de aandeelhouders.
  • Het uitbesteden van productie-activiteiten.
  • Het scheeftrekken van de inkomensverdeling ten nadele van werknemers.

Meer