Microsofts laatste kwartaalwinst bedroeg 5 miljard dollar en het bedrijf heeft een marktkapitalisatie van 260 miljard. Het nettovermogen van Bill Gates bedraagt 66 miljard, dat van Steve Ballmer 16 miljard en dat van Paul Allen 15 miljard. Apple boekte het laatste kwartaal 3,8 miljard meer winst en heeft een marktkapitalisatie van 400 miljard. Toch bedraagt het vermogen van de weduwe Jobs ‘slechts’ 11 miljard.

Matt Yglesias probeert op Slate.com deze discrepantie te verklaren:

1. De Amerikaanse economie is geen meritocratie. De markt beloont mensen die goed zijn in geld verdienen eerder dan mensen die goede dingen doen. Na de beursgang van Microsoft wisten de stichters een significante hoeveelheid aandelen in eigen handen te houden. Jobs verkocht daarentegen de meeste van zijn aandelen nadat hij in 1985 uit zijn eigen bedrijf werd gegooid.

2. Jobs’ erfenis bestond voornamelijk uit Disneygeld (Jobs werd de in 1986 hoofdaandeelhouder van Pixar, dat in 2006 door Disney werd overgenomen). Als onbetwiste leider van Apple bezat Jobs trouwens uitzonderlijk weinig aandelen van Apple. In 2006 werd hij zelfs betrapt op het illegaal antedateren van opties.

3. Jobs werkte jarenlang voor een salaris van één dollar per jaar.

Conclusie: de persoonlijke rijkdom van ondernemers en stichters is het gevolg van hun financiële aanleg, eerder dan van het succes van hun ondernemingen of hun persoonlijk genie. Naast Apple zijn er nog tal van andere voorbeelden van dominante bedrijven met (relatief beschouwd) minder rijke stichters waaronder Starbucks, H&M en Amazon.

Yglesias besluit dat mensen als Jobs en Ballmer het niet doen voor het geld. Het is hen meer te doen om de roem, het prestige en de mogelijkheid om via technologie hun stempel op de toekomst te drukken.