China gaat een netwerk van wegen, havens, spoorwegen en energieprojecten bouwen met een waarde van meer dan 1.000 miljard dollar. Al deze infrastructuur moet China optimaal verbinden met de rest van de wereld en leidt terug naar het land. Het project is ‘One Belt, One Road’ (Eén Gordel, Eén Weg) gedoopt, maar de Chinezen zelf verwijzen naar de ‘Nieuwe Zijderoute’.
Het project wil 65% van de wereldbevolking en een kwart van het globale bbp rechtstreeks verbinden met China, berekende McKinsey. Indien het project wordt gerealiseerd zoals het vandaag is bedacht, zal een groot deel van de wereldhandel gelinkt zijn aan de Chinese economische strategie.
Het project is afgelopen weekeinde in aanwezigheid van vertegenwoordigers van tientallen landen bevestigd door de Chinese president Xi Jinping.
China wil gewoon zijn spullen kwijt
Hoewel China benadrukt dat iedereen kan meeprofiteren van de Nieuwe Zijderoute en Chinese media spreken van “een cadeau aan de wereld”, zijn andere landen minder enthousiast. Een aantal Europeanen reageert alvast sceptisch:
“China streeft niet het vrij verkeer van goederen na, het wil gewoon zijn spullen kwijt.”
One Belt, One Road sloopt over Azië, Europa, Afrika en heeft ook toegang tot Zuid-Amerika. Sinds de Amerikanen zich eind januari uit het Trans-Pacific Partnership (TPP) terugtrokken – een door de regering Obama afgesloten verdrag dat de VS in het hart van de Aziatische handel moest plaatsen – heeft de regering Trump geen alternatief voor One Belt, One Road aangereikt.
Volgens Jonathan Hillman, een analist met het Center for Strategic and International Studies, dreigt China met het project serieus zijn hand te overspelen en een reeks vervoersprojecten te financieren die economisch onrendabel zijn. Maar het biedt China wel het vooruitzicht op decennia van nieuwe investeringen en de daaraan gekoppelde werkgelegenheid:
“Terwijl men in het Westen amper overeenkomt waar men de volgende zes maanden geld aan gaat besteden, probeert China zich met de wereld te verbinden.”