Een kleine groep supersterren zoals Beyoncé en Taylor Swift eist steeds grotere aandelen van de concertinkomsten op. De grote namen domineren de muziekwereld als nooit voordien. Dat is de boodschap van een studie van wetenschappers aan de Princeton University, gebaseerd op de ticketverkoop voor de concerten van meer dan tienduizend acts twee jaar geleden.
De onderzoekers kwamen daarbij tot de vaststelling dat amper 1 procent van alle performers 60 procent van alle opbrengsten uit de wereldwijde verkoop van concerttickets opstreek. Dat is meer dan een verdubbeling in een periode van ruim drie decennia. In het begin van de jaren tachtig bedroeg dat aandeel immers slechts 26 procent.
Omwenteling
“De muziek heeft zijn middensector verloren,” omschrijft hoofdonderzoeker Alan Krueger, econoom aan de universiteit van Princeton, het fenomeen. In zijn nieuwe boek ‘Rockonomics’ benadrukt Krueger dat een kleiner aantal supersterren steeds grotere delen van het muziekpubliek aantrekt. Hij merkt daarbij op dat 85 procent van alle inkomsten uit livemuziek naar amper 5 procent van de uitvoerders ging. Vijfendertig jaar voordien bedroeg dat aandeel slechts 62 procent.
“Deze vaststellingen vormen een onderdeel van de omwenteling die streaming in de muzieksector heeft veroorzaakt,” zegt Neil Shah, muziekspecialist van de Amerikaanse zakenkrant Wall Street Journal. “Superstars domineerden al langer de muziekverkoop. Streaming heeft die activiteiten echter minder lucratief gemaakt.”
“De royalty’s zijn bij streaming over het algemeen veel kleiner dan bij fysieke dragers of downloads. Daarom moeten de artiesten een groter deel van hun inkomen genereren door de opbrengsten van concerten. Alleen de supersterren kunnen daarbij aanzienlijk hogere tarieven aanrekenen dan de vedetten van de vorige generaties.” De lagere regionen uit de muziek-hiërarchie moeten dan ook voor een kleiner aandeel van de totale concertinkomsten strijd leveren.
In de Verenigde Staten steeg de gemiddelde ticketprijs in vijfendertig jaar van 12 dollar naar 69 dollar. “Die groei overtreft de inflatie,” zegt professor Krueger. “Dat fenomeen is echter door de supersterren aangedreven. Vorig jaar haalden de drie meest populaire concertreeksen – Ed Sheeran, Taylor Swift en Beyoncé met Jay-Z – ongeveer 1 miljard dollar aan opbrengsten uit concerttickets. Tien jaar voordien verzamelden de drie populairste tournees een gezamenlijke omzet van 600 miljoen dollar.”
Bouwvakker
Een ticket voor een optreden van Taylor Swift kostte gemiddeld 119 dollar. Ook voor een concert van Beyoncé en Jay-Z moest de fan een bedrag van 117 dollar betalen. Ed Sheeran stemde zich tevreden met een prijs van 89 dollar.
“Onderaan de hiërarchie moesten de laagst 2.500 gerangschikte acts genoegen nemen met een gemiddelde omzet van 2.500 dollar,” zegt Shah. “Performers uit de middengroep moeten dan ook andere activiteiten zoeken om hun inkomen aan te vullen. Sommigen werken tijdelijk in de bouwsector, terwijl anderen optredens op privéfeesten aanbieden.”
Concerten vertegenwoordigen momenteel ongeveer driekwart van de inkomsten van muzikanten. In de jaren tachtig en negentig van de voorbije eeuw bedroeg dat aandeel slechts 30 procent. “Muzikanten probeerden die verschuiving op te vangen door de prijs van concerttickets te verhogen,” beklemtoont Shah. “Het zijn echter vooral de meest populaire artiesten die deze plannen hebben kunnen realiseren.”
Concerten genereerden vorig jaar een recordomzet van 10,4 miljard dollar. De supersterren trokken ongeveer een even groot publiek aan als voordien, maar hun aandeel in de totale inkomsten van de concertsector is sterk toegenomen.
Shah wijst er wel op dat streaming en sociale media voor vele beginnende muzikanten een belangrijke springplank zijn gebleken. Die platformen hebben hen immers in plaat gesteld om hun muziek aan het publiek voor te stellen.
“Voor artiesten uit het middensegment kunnen de lagere inkomsten uit opnames en de grotere noodzaak aan tournees echter problematisch zijn,” benadrukt de muziekjournalist. “Dat geldt vooral voor genres zoals rock, die bij streaming niet dezelfde populariteit genieten als hiphop.”
Manager Josh Feshbach ziet een gunstig aspect voor de onderste en bovenste regionen van de muziekwereld. De middensector heeft volgens hem daarentegen een duidelijke klap gekregen. “De kloof tussen de top en de rest van de muzieksector is groter geworden,” aldus Feshbach.