Dinsdag raakte bekend dat Devside, een softwarebedrijfje uit Sint-Pieters-Woluwe, de cruciale overheidsopdracht binnenhaalde om de Belgische coronatraceerapp te maken. Meteen ontstond er consternatie omdat een klein bedrijfje dat niemand kent, zo’n belangrijk project toegewezen krijgt. Wat voor onderneming is Devside, en is het de geschikte organisatie voor zo’n gevoelige taak?
Tegen september zou er een Belgische app komen die u waarschuwt wanneer u mogelijk blootgesteld werd aan een coronabesmetting. Het onbekende technologiebedrijf Devside is uitgekozen om die traceerapp te ontwikkelen. Een opvallende keuze, waarrond al snel enig wantrouwen ontstond.
Op sociale media werd eerst de openbare aanbesteding bekritiseerd. Die zou op maat geschreven zijn, en men vroeg zich af waarom het lastenboek enkel in het Frans was opgesteld.
David tegen Goliath
‘Niets van aan’, beweert Frank Robben, die met de ICT-integrator van de overheid, Smals, als openbare aanbesteder fungeerde. ‘Het juridisch gedeelte was in het Frans, en het technische gedeelte in het Engels.’ Hij legt uit dat snelheid van belang was, en er keuzes moesten gemaakt worden.
Ook dat het lastenboek op maat zou geschreven zijn, verwerpt de IT-specialist van de Belgische overheid. ‘Er werden twintig bedrijven aangeschreven, voor de ontwikkeling van de app hebben uiteindelijk maar twee partijen een offerte ingediend.’
Uit goede bron vernamen we dat verschillende potentiële kandidaten afhaakten omdat het bestek op die manier was opgesteld, dat er weinig ruimte was voor inbreng van de ontwikkelaar. Zowel de werkwijze als de inhoud van de app lagen bij voorbaat vast, terwijl softwareontwikkeling een zekere flexibiliteit vereist.
Devside werd aangeschreven omdat het bedrijf in het voorjaar de overheid zelf gecontacteerd had om aan te geven dat het een corona-app kon bouwen. De andere kandidaat was een coalitie van de Duitse IT-gigant SAP, die de Duitse Corona Warn-App ontwikkelde, en Proximus. Hoe kon een kleine app-bouwer waar niemand van gehoord had, het halen van zo’n monsterverbond?
Moeilijke keuze
SAP-Proximus stelde voor om een kopie van de Duitse app te bouwen die gestandaardiseerd is, waar dus eigenlijk nauwelijks niets aan veranderd mag worden. Het alternatief was dus een app die niet aangepast was aan de Belgische context, en die volgens Robben bovendien veel duurder was. De Standaard schrijft dat de kostprijs van de Belgische corona-app minder dan 850.000 euro zal zijn. Ter vergelijking: de Duitse app kostte 20 miljoen euro. ‘Het was Devside of niet gunnen’, aldus Robben.
Het was Devside, of niet gunnen.
Frank Robben, computerwetenschapper bij openbare aanbesteder Smals
Devside staat er trouwens niet alleen voor. De Mechelse ontwikkelaar Ixor werkt in onderaanneming. En ook enkele Belgische universiteiten leveren input. Volgens Robben is er gekozen voor competente spelers die een flexibel product kunnen afleveren. ‘Het was geen eenvoudige keuze voor de jury’, geeft hij wel mee.
In die jury zetelde onder meer Bart Preneel, encryptiespecialist en professor aan de KU Leuven. Hij ontwikkelde de buetoothtechnologie waarop de app zal werken. Vanuit zijn expertise zal hij de ontwikkeling ook in goede banen leiden. Ook hij verdedigde de keuze voor Devside gisteren op Radio 1. ‘Het bedrijf had een zeer degelijk en onderbouwd voorstel ingediend en ze hebben ook uitgebreide ervaring met het ontwikkelen van apps, meer dan 100 apps in de laatste tien jaar.’
Devside
De grootste reden dat er online een zeker wantrouwen ontstond over de keuze voor Devside, is omdat nagenoeg niemand uit de techsector ooit van het bedrijf gehoord heeft. Andere software-ontwikkelaars, technologiespecialisten en journalisten vroegen zich af wie die kleine applicatiebouwer was die zo’n grote overheidsopdracht binnenhaalde. Ook Frank Robben en Bart Preneel erkennen dat ze het bedrijf voordien niet kenden.
Onbekend is onbemind, laten we dus kijken wat we weten van Devside. Het werd opgericht in 2009 als JPDVDG.COM, de initialen van bezieler Jean-Paul de Ville de Goyet. Slechts anderhalve maand geleden werd de naam gewijzigd naar Devside.
De Ville de Goyet is een serieel ondernemer. Hij was eerder de man achter deelstepbedrijf Trotty, restaurantapp RestoMinute, en mobiliteitsplatform Jeasy.
Devside draaide vorig jaar een omzet van 300.000 euro en een winst van 175.000 euro. Ook de vorige jaren zijn de resultaten van dezelfde grootte-orde, volgens de jaarrekeningen neergelegd bij de Nationale Bank. Mooie cijfers, maar die suggereren wel dat de onderneming nog nooit eerder een opdracht van zo’n formaat uitvoerde. Er werkt volgens Linkedin ook maar vijf man bij het bedrijf, waarvan, behalve de oprichter, slechts twee ontwikkelaars.
De website van Devside blijkt voornamelijk knip- en plakwerk van teksten die woord voor woord terug te vinden zijn op de site van bekende software-ontwikkelaars. Foto’s van tevreden klanten die recensie’s neerpenden, blijken stockfoto’s te zijn. De portfolio bestaat uit een tiental logo’s van grote bedrijven zoals Audi, Pizza Hut en BMW, zonder een verwijzing naar concrete opdrachten. Het was een Twitter-draadje van tech-waarnemer Thomas Smolders dat de kat de bel aanbond. De verdachte klantengetuigenissen zijn intussen trouwens verwijderd.
‘Eigen filosofie’
‘Devside werkt in the dark, we maken geen reclame voor onszelf’, zegt Violaine de Laminne de Bex over de geringe bekendheid in het wereldje. Zij werkt voor Devside mee aan de Belgische corona-app. Gevraagd hoe zo’n klein bedrijf zo’n titanenopdracht gaat vervullen op een dikke maand tijd, antwoordt ze dat bezieler de Ville de Goyet er ‘een eigen filosofie’ op het bedrijf heeft.
‘Devside werkt in the dark, we maken geen reclame voor onszelf’
Violaine de Laminne de Bex, medewerker Devside
‘JP kiest per project de mensen die volgens hem het best geschikt zijn voor die opdracht’, aldus de Laminne de Bex. Freelancers dus. Vroeger werkte hij volgens de e-commerce-specialist zoals een regulier agentschap, met eigen developers in loondienst, maar daarvan is hij afgestapt. Zelf heeft ze 10 jaar geleden al eens samengewerkt met de Brusselse ondernemer, en een maand geleden belde hij haar op om aan de Belgische traceerapp te werken.
Over de onregelmatigheden op de website kan de gelegenheidswerker geen commentaar geven: ’Het is volledig Jean-Paul zijn bedrijf.’ Ze kan enkel benadrukken dat ze tien jaar geleden een fijne samenwerking met de tech-entrepreneur had, en dat ze samen veel ‘dikke klanten’ binnenhaalden, waaronder DKV, Le Soir en La Libre Belgique.
Jean-Paul de Ville de Goyet zelf was niet bereikbaar voor een reactie.