In augustus steeg de werkloosheid in de eurozone voor de vijfde opeenvolgende maand tot 8,1 procent, volgens cijfers vrijgegeven door Eurostat.

Aan het einde van de zomer waren naar schatting 13,2 miljoen mensen in de eurozone werkloos, en 15,6 miljoen in de EU. De coronacrisis had vooral een impact op de arbeidsmarkt voor jongeren. De jeugdwerkloosheid in de eurozone klom in augustus tot 18,1 procent, komende van 17,4 procent een maand eerder. 

Ons land hoort bij de betere leerlingen van de klas: de werkloosheid lag in augustus met 5,1 procent ver onder het gemiddelde. In de eurozone doen Tsjechië, Duitsland, Malta, Nederland, Oostenrijk en Slovenië het nog beter.

Tijdelijke werkloosheid 

Gezien de economische ravage is 8,1 procent een relatief laag cijfer. Tijdens dezelfde periode vorig jaar was dat 7,4 procent, en dat was het laagste cijfer in 11 jaar. Het lijkt erop dat programma’s van tijdelijke werkloosheid – die in een of andere vorm op veel plaatsen zijn ingevoerd – het banenverlies door de coronacrisis hebben kunnen onderdrukken. 

De studiedienst van ING waarschuwde onlangs echter voor al te veel optimisme. Als die programma’s aflopen zou nog steeds een golf van ontslagen kunnen volgen. De bank vergelijkt de situatie met het sprookje van Assepoester: ‘De eurozone is momenteel de mooiste vrouw van de globale arbeidsmarkt. Maar als de klok middernacht slaat, en de tijdelijke werkloosheidsprogramma’s aflopen, is het sprookje uit.’ 

Maar aangezien de tijdelijke werkloosheidsregelingen intussen verlengd zijn in de meeste grote economieën – in Frankrijk en Duitsland zelfs tot in 2022 – is een onhoudbare stijging van de werkloosheid door corona voorlopig nog niet aan de orde.