Wereldwijde mediaconsumptie loopt op tot ruim twee dagen per week

De wereldwijde consument heeft het voorbije jaar gemiddeld 54,4 uur per week media geconsumeerd. Dat betekende een stijging met 1,6 procent tegenover het jaar voordien. Dat blijkt uit een studie van het onderzoeksbureau PQ Media. Japan toonde zich vorig jaar de grootste mediaconsument ter wereld.

De resultaten van de studie wijzen wel een vertraging van de groeiende mediaconsumptie die door de uitbraak van de coronapandemie werd veroorzaakt. Het jaar voordien was immers nog een toename met 3,1 procent opgetekend. Dat was de snelste toename in de jaarlijkse mediaconsumptie in anderhalf decennium.

Tekenen van verzadiging

“In vergelijking met het jaar voordien was er dit keer sprake van een meer bescheiden groei”, voert PQ Media aan. “De stijging was vergelijkbaar met de periode voor de uitbraak van de coronapandemie drie jaar geleden, toen op markt enige tekenen van verzadiging begonnen op te duiken.”

“De uitbraak van het virus Covid-19 en de lockdowns om het besmettingsgevaar in te dammen, schokte de mediawereld twee jaar geleden door mekaar. In sommige segmenten, zoals de live verslaggeving van een aantal sportevenementen, moest een duidelijke vertraging worden opgetekend.”

“Anderzijds konden een aantal nieuwe kanalen, zoals streaming video en audio, hun verdere doorbraak melden. Naarmate de beperkingen werden versoepeld, kende de groei van het mediagebruik vorig jaar vervolgens een vertraging.”

Die vertraging kon echter door een aantal elementen gedeeltelijk worden gecompenseerd. “In eerste instantie waren er de Olympische Zomerspelen van Tokio, die het jaar voordien werden uitgesteld”, luidt het.

“Maar tegen het einde van het jaar moesten door het opduiken van nieuwe varianten van het coronavirus een aantal consumenten opnieuw met gehele of gedeeltelijke lockdowns afrekenen. Tenslotte was er ook de weerstand van een aantal werknemers om naar kantoor terug te keren, waardoor velen beslisten hun banen op te zeggen.”

Verschuiving

De pandemie heeft er volgens de onderzoekers wel toe geleid dat de verschuiving naar digitale mediaconsumptie is versneld. In het midden van het voorbije decennium hadden die digitale platformen een aandeel van 22 procent in de totale mediaconsumptie.

Vorig jaar werd echter een niveau van 33,4 procent opgetekend. In de meeste ontwikkelde landen is dat aandeel zelfs tot meer dan 40 procent opgelopen.

Zuid-Korea wordt volgens het rapport dit jaar de eerste markt in de wereld waar de digitale consumptie een niveau van meer dan 50 procent zal laten optekenen. In bepaalde categorieën – zoals de millennials is Nederland – worden al scores van meer dan 60 procent geregistreerd.

Dit jaar zal de mediaconsumptie volgens PQ Media naar verwachting met een versneld tempo van 2,5 procent groeien, aangedreven door nieuwe formats en programma’s, internationale sportevenementen en politieke verkiezingen in verschillende grote markten.

De belangrijkste sportgebeurtenissen zijn dit jaar de World Cup Voetbal in Qatar, de Olympische Winterspelen in China en de World Cup Rugby in het Verenigd Koninkrijk.

Japan toonde vorig jaar met een gemiddelde tijdsbesteding van 85,5 uur per week het grootste mediagebruik per week. Dankzij de Olympische Zomerspelen in Tokio, gekoppeld aan het feit dat de meeste Japanners door de beperkingen het evenement niet konden bijwonen, kon Japan ook de sterkste groei – 5,9 procent – laten optekenen.

Zuid-Korea kon met een niveau van 49,7 procent het grootste digitale mediagebruik registreren.

(kg)

Meer