Wallonië en Brussel tellen 16 lokale munten

Gemeenschappen in Franstalig België maken steeds meer gebruik van eigen munten om de lokale ondernemers te ondersteunen. Dat meldt de vzw Financité. Betalen kan almaar vaker ook via smartphone.

In de omgeving van Aarlen betalen sommige klanten niet in euro’s, maar in epi. Dat is een eigen munt die door zelfstandige handelaars, zoals kruidenierszaken of kappers, aanvaard wordt als betaalmiddel. Het gaat om gestandaardiseerde briefjes met een hologram, zoals een klassiek bankbiljet. De waarde van 1 epi is 1 euro. Er bestaat een elektronische variant, de e-epi, waardoor betalen via de smartphone ook mogelijk is.

De bedoeling van het lokale geldcircuit is de plaatselijke handelaars een steuntje in de rug te geven. Doordat de epi niet aanvaard wordt bij de grote winkelketens, zijn de houders van de lokale munt ‘verplicht’ om hun gemeenschapsmunt in het beperkte plaatselijke netwerk te gebruiken. Zo ontstaat een lokale economie. Volgens sommigen zijn de lokale munten, net als cryptomunten, een teken dat er iets schort met het klassieke financiële systeem.

De epi is niet de enige gemeenschapsmunt. Financité meldt vrijdag dat er momenteel 16 in omloop zijn in Wallonië en Brussel, zoals de Zinne in de hoofdstad of de Voltî in de regio rond Ciney. Ook van die laatste munt is er een smartphone-variant. De digitalisering van de lokale munten werd versneld door de coronacrisis.

Financité meldt nog dat er twee nieuwe lokale munten op komst zijn: de Brawette in Waals-Brabant en de Fêstu in Binche. Ook in Vlaanderen wordt er overigens met zulke lokale munten geëxperimenteerd. Het gaat onder meer om de wijkmunt Torekes in het Gentse.

Meer