Een nieuwe Zweedse regering moet dringend een oplossing vinden voor het gigantische woonprobleem in de hoofdstad Stockholm. Dat zegt mobiliteitspecialist Tali Trigg in het magazine Quartz naar aanleiding van de recente parlementsverkiezingen in Zweden. Hij merkt daarbij op dat tijdens de verkiezingscampagnes vooral aandacht werd besteed aan gezondheid en onderwijs, terwijl het woonprobleem nauwelijks ter sprake zou zijn gekomen.
“Door het strikte woningbeleid van Stockholm, is het voor de bevolking bijzonder moeilijk om een appartement te vinden,” zegt Tali Trigg. “Daarvoor kunnen twee belangrijke oorzaken naar voor worden geschoven.”
“Op dit ogenblik moet in Stockholm voor een nieuw appartement gemiddeld vijftien jaar worden gewacht. Ook in de rand rond de Zweedse hoofdstad moet met een wachttijd van 7,7 jaar rekening worden gehouden.”
“Bovendien moet er worden opgemerkt dat Stockholm veel alleenwonenden telt. Een gemiddeld gezin telt in Zweden amper 1,99 personen. Dat is het laagste niveau van alle lidstaten van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (Oeso), waar een gemiddelde van 2,63 procent wordt gehanteerd.”
Ondanks de beperkte omvang van het huishouden, neemt een gezin in Stockholm 41 vierkante meter woonoppervlak in beslag. Dat komt ongeveer overeen met de andere Oeso-lidstaten. “Stockholm is één van de weinige steden in de wereld waar het onmogelijk is om op korte termijn te verhuizen en een nieuwe woonplaats te vinden,” zegt Trigg.
“De officiële vastgoedlijsten van Stockholm worden inmiddels geconfronteerd met een wachtlijst van bijna een half miljoen kandidaten. Ook alternatieve kanalen kunnen nauwelijks een woongelegenheid aanbieden. Stockholm had eind vorig jaar een tekort van 431.144 woonentiteiten. Dat is nog een toename met 8 procent tegenover het jaar voordien.”
De situatie is ondertussen zo precair geworden dat mensen bereid worden gevonden 22.000 euro smeergeld te betalen voor het recht om een appartement te mogen huren.
Econoom Paul Krugman wijst erop dat in Zweden de woningprijzen de voorbije dertien jaar met 300 procent zijn gestegen, maar volgens Lars Svensson, vice-gouverneur van de Zweedse centrale bank, moet voor de vastgoedproblemen naar andere fundamentele factoren worden gewezen, zoals een verdere verstedelijking en een beperkte activiteit in de nieuwbouw.
“Nagenoeg alle politieke partijen sturen aan op de realisatie van nieuwe bouwprojecten,” stipt Trigg aan. “Daarbij wordt vaak gemikt op de bouw van kleinere appartementen, vooral geschikt voor jonge gezinnen, startende werknemers en studenten. Een aantal partijen wil ook goedkopere huurprijzen voor kleinere woonentiteiten.”
Het sociaal-democratische parlementslid Arhe Hamednaca waarschuwt dat Zweden een geografische mobiliteit nodig heeft om zijn economische groei verder te garanderen. Het voorbije decennium heeft Zweden volgens hem echter onvoldoende politieke wil getoond om voor de problemen een antwoord te bieden, waarbij nagelaten werd om te investeren in nieuwe woonprojecten en de laatste huurpanden van de Zweedse hoofdstad werden verkocht.
De schaarste op de residentiële markt heeft de prijzen voor de aankoop of huur van woningen in Stockholm voor vele inwoners, vooral voor jongeren en migranten, onbereikbaar gemaakt.
Er wordt ook gewezen op het feit dat de voorbije tien jaar een groot gedeelte van de portefeuille huurwoningen heeft moeten plaats maken voor luxueuzere panden, waarvoor hoge prijzen kunnen worden gevraagd. Tali Trigg merkt dan ook op dat vele bewoners van de Zweedse hoofdstad hun woningprobleem alleen kunnen oplossen door bij iemand anders in te trekken. (mah)