De Vlaamse werkgeverskoepel Voka pleit voor een indexsprong – de automatische indexering van de lonen een keertje overslaan – om de stijgende loonkosten af te toppen. Maar raken aan de loonindexering zit premier Alexander De Croo niet zitten.

“In de periode ’21-’22 wordt een loonstijging met 7 procent verwacht. Voor de private sector betekent dit een meerkost van minstens 10,5 miljard euro”, zo rekende Voka maandagavond uit op zijn digitale nieuwjaarsbijeenkomst.

“Door de automatische loonindexering krijgen de ondernemingen die factuur sneller en directer op hun bord dan in de buurlanden, waar zo’n systeem niet bestaat. Dat zet de competitiviteit van onze ondernemingen onder immens grote druk.”

Voka stelt daarom een indexsprong voor, waarbij één overschrijding van de spilindex wordt overgeslagen. Dat zou inhouden dat de loonstijging in de periode ’21-’22 wordt afgetopt op 5 procent in plaats van 7 procent. “Sociale correcties voor de laagste lonen zijn wenselijk”, voegt de werkgeversorganisatie er wel aan toe.

Voka is niet de organisatie die op federaal niveau voor de werkgevers onderhandelt met de vakbonden, dat is het Verbond van Belgische Ondernemingen. Maar ook het VBO waarschuwt voor een “kostenexplosie” waarbij België “de zieke man van Europa” dreigt te worden.

De Croo

In een reactie in de marge van het Voka-evenement verklaarde premier Alexander De Croo (Open Vld) evenwel geen voorstander te zijn om nu te morrelen aan het typisch Belgische systeem van loonindexering.

De bokkensprongen die de energieprijzen maken en de problemen in de toeleveringsketens creëren volgens hem “een turbulent moment” en onzekerheid bij veel mensen. De loonindexering, die maakt dat de lonen automatisch het algemene prijspeil volgen, tempert die onzekerheid en zorgt voor stabiliteit, zo redeneert De Croo.

Eerder verklaarde regeringspartij PS dat een indexsprong onbespreekbaar was. Vooruit stelt dan weer een “sociale noodindex” voor.

(lp)