Iets meer dan 40 procent van de Belgen heeft naar eigen zeggen nooit tot zelden geld over aan het einde van de maand. Dat blijkt uit een bevraging van levensverzekeraar NN waarover de krant Het Laatste Nieuws schrijft.
Ondanks het feit dat Belgen fervente spaarders zijn, laten de 2.000 ondervraagde landgenoten zich niet van hun meest optimistische kant zien. Naast die 41 procent die aangeeft nooit tot zelden geld over te houden, zegt 34 procent dat een grote en onverwachte uitgave een struikelblok kan zijn. Meer dan de helft van de ondervraagden merkt dat het onmogelijk is om drie maanden te overbruggen met enkel spaargeld. 23 procent van de Vlamingen en 36 procent van de Walen heeft er namelijk géén.
Volgens expert en professor economie Bart Chiau (Universiteit Gent) heeft deze problematiek te maken met een gebrek aan toekomstvisie. ‘We stellen vast dat bijn één op de drie geen simpele raming van de inkomsten en uitgaven maakt. Terwijl de insteek bij vorige generaties vooral was om zuinig te zijn, ligt de focus nu meer op ‘leven is genieten’ met reizen en op restaurant gaan. Daar is niets mis mee, maar wanneer je niets opzij zet, kom je bij tegenslagen snel in de problemen’, zegt hij in de krant.
Tijdens de coronacrisis is de spaarquote – het percentage van het beschikbare inkomen dat mensen sparen – nochtans sterk gestegen. Van elke vijf euro die binnenkomt, houdt de gemiddelde Belg één euro bij, geeft de Nationale Bank aan. ‘Logisch, want door de lockdown waren er minder mogelijkheden om geld uit te geven. Dat is uiteraard een momentopname en het gemiddelde zegt weinig over hoe hard bepaalde groepen getroffen worden. Denk dan aan tijdelijk werklozen, zelfstandigen en jobstudenten’, nuanceert econoom Geert Langenus van de NBB.
