Consumenten hebben vorig jaar wereldwijd aan video on demand een bedrag van 53,34 miljard dollar (47,55 miljard euro) uitgegeven. Tegen het midden van het decennium zullen die bestedingen volgens de huidige verwachtingen nagenoeg zijn verdubbeld. Dat blijkt uit een rapport van consultant Strategy Analytics.

De onderzoekers wijzen in hun rapport echter ook op de sterke marktdominantie van de Verenigde Staten.

Verschillen

Strategy Analytics berekende dat consumenten in de Verenigde Staten vorig jaar 43 procent van alle uitgaven aan betaalde online videodiensten voor hun rekening hebben genomen.

China stond op de tweede plaats met een aandeel van 17 procent. Daarna volgen Duitsland en Groot-Brittannië (4 procent), Canada en Frankrijk (3 procent), Brazilië, Japan en Mexico (2 procent) en Spanje (1 procent).

Meer dan 80 procent van de wereldwijde uitgaven aan deze diensten is daarmee in tien landen geconcentreerd. Er zijn volgens de onderzoekers verscheidene redenen voor de sterke Amerikaanse marktdominantie. Daarbij moet gewag worden van een aantal opmerkelijke verschillen in het gedrag van de consumenten.

‘In eerste instantie zien we dat huishoudens in de Verenigde Staten sneller bereid zijn om een abonnement te nemen dan in de rest van de wereld,’ zegt Strategy Analytics. ‘Het voorbije jaar had 74 procent van de Amerikaanse gezinnen zich op minstens één videodienst ingeschreven. Wereldwijd zakte dat cijfer tot 32 procent.’

‘Bovendien zijn de klanten in de Verenigde Staten ook gemakkelijker geneigd om meer dan één abonnement te nemen. Bij Amerikaanse gebruikers werden gemiddeld 2,45 services geteld, tegenover 1,54 abonnementen in de rest van de wereld.’

Over vijf jaar zal bij de Amerikaanse klanten volgens Strategy Analytics een verdere toename tot 3,21 abonnementen kunnen worden opgetekend. Wereldwijd zal er op dat ogenblik per abonnee sprake zijn van 1,82 services.

Prijs

‘Tenslotte blijkt dat deze diensten in de Verenigde Staten duurder zijn dan in de andere landen,’ zeggen de onderzoekers. ‘Die verhouding kan echter per land en per dienst variëren. Netflix is in Denemarken en Zwitserland bijvoorbeeld beduidend duurder dan in de Verenigde Staten.’

Wereldwijd gaf een gezin gemiddeld vorig jaar maandelijks 6,24 dollar per service uit. In de Verenigde Staten liep dat op tot 10,22 dollar. Daardoor komt een gemiddelde maandelijkse uitgave in de Verenigde Staten uit op een bedrag van 22,52 dollar, tegenover 9,26 dollar in de rest van de wereld.

Tegen het midden van het decennium zullen de jaarlijkse uitgaven aan betaalde online videodiensten volgens Strategy Analytics tot 102,86 miljard dollar zijn opgelopen. Op dat ogenblik zal het aandeel van de Verenigde Staten zijn gestegen tot 44 procent, gevolgd door China (15 procent) en Duitsland (5 procent).