Tijdens de zomer op het noordelijk halfrond is er een recordhoogte aan koolstofemissies gemeten. Het gaat om de zomermaanden juli en augustus. De oorzaak van dit record? De branden in het Middellandse Zeegebied, Noord-Amerika en Siberië.
Door de branden kwam in juli een recordhoeveelheid van 1,3 miljard ton koolstofdioxide vrij in de atmosfeer. In augustus was dat 1,4 miljard ton. Dat blijkt uit een rapport van het Europese observatieagentschap van de Aarde, Copernicus. Iets minder dan een derde van de uitstoot was afkomstig van bosbranden in Rusland.
“Lokale weersomstandigheden spelen een rol bij de intensiteit van de brand. Maar de klimaatverandering schept de ideale omgeving voor zo’n bosbrand”, zegt Mark Parrington, senior wetenschapper bij de ECMWF Copernicus Atmosphere Monitoring Service. “Wat hier zeer ongewoon was, is het aantal branden, de grootte van de gebieden waarin ze brandden, hun intensiteit en ook hun aanhoudendheid.”
Wetenschappers verwachten dat bosbranden vaker zullen voorkomen en intenser zullen worden naarmate de planeet opwarmt. De grootste bosbranden van deze zomer ontstonden tijdens of vlak na een hittegolf en onder uitzonderlijk droge omstandigheden. De komende weken worden er nog meer verwacht. Vooral het zuidelijk halfrond loopt risico. Daar is het brandseizoen in het Amazonegebied en andere delen van Latijns-Amerika nog steeds aan de gang.
Nieuw record
In Turkije hebben Copernicus-satellieten de hoogste brandintensiteit ooit geregistreerd. Het gaat om de branden tijdens eind juli en begin augustus, waarbij minstens negen mensen zijn omgekomen. Vanuit de ruimte waren ook hoge concentraties van verontreinigende fijne stofdeeltjes, ook bekend als PM2.5, zichtbaar.
In de Russische republiek Sacha, waar in de zomermaanden vaak bosbranden voorkomen, registreerden satellieten op 3 augustus een nieuw record toen de uitstoot op die dag meer dan twee keer zo hoog was als in juni, juli en augustus van vorig jaar samen.
(lb)