Financiële waakhonden over de hele wereld verscherpen hun controle op mogelijke “greenwashing” in de beleggingssector. Dat gebeurt naar aanleiding van de toenemende bezorgdheid dat kapitaal wordt ingezet op basis van misleidende beweringen.
Er is een stortvloed aan nieuw particulier geld voor de aanpak van de klimaatverandering. Dat heeft toezichthouders ertoe aangezet om hun werkzaamheden op te voeren. Ze willen nu normen vaststellen die ervoor moeten zorgen dat banken, verzekeraars en vermogensbeheerders duidelijke informatie verstrekken over de milieucertificaten van de investeringen die zij aanbieden.
Vorige week publiceerde de Britse Financial Conduct Authority (FCA) een discussiestuk. Daarin stelde de Britse toezichthouder voor dat beleggingsfondsen met het label “duurzaam” beknopte en toegankelijke informatie voor consumenten moeten bevatten. Daarnaast zouden ze ook meer gedetailleerde onderliggende informatie moeten voorzien, gericht op institutionele beleggers.
De FCA wil ook dat vermogensbeheerders meer informatie geven over de manier waarop factoren op het gebied van milieu, maatschappij en ondernemingsbestuur aan hun beleggingsprocessen worden gebonden.
Europese maatregelen
In maart heeft de EU soortgelijke vereisten ingevoerd. Er zijn nu bindende regels rond de openbaarmaking van informatie van duurzame financiering. Volgend jaar zal de FCA in een raadplegingsproces om reacties op haar voorstellen vragen. Dat zal gebeuren voordat zij nieuwe regels publiceert.
Ook de Zwitserse financiële toezichthouder heeft eerder deze maand nieuwe richtlijnen gepubliceerd om beleggers in fondsen te beschermen tegen greenwashing. Die inspanningen worden nog eens versterkt door werkzaamheden van de International Organization of Securities Commissions (IOSCO). Dat is een wereldwijde normsteller voor effectenhandel. Die wil de beleidsontwikkeling tussen nationale regelgevers coördineren.
“Greenwashing kan de geloofwaardigheid van de groene financiële beweging aantasten en de klimaatdoelstellingen in gevaar brengen. Dit is duidelijk een punt van zorg voor de leden van IOSCO”, zegt Erik Thedéen. Hij is hoofd van de Zweedse financiële toezichthoudende autoriteit en voorzitter van de werkgroep voor duurzame financiering bij IOSCO.
Hij voegt daaraan toe dat het aanpakken van greenwashing essentieel is als effectenregelgevers hun doelen willen bereiken. Die doelen omvatten het beschermen van beleggers en het waarborgen van de integriteit van financiële markten.
Onvoldoende beschermd
Niet veel IOSCO-leden hebben specifieke regels voor duurzame beleggingen. Dat moet veranderen volgens Thedéén. De regels van nationale toezichthouders voor duurzame beleggingsproducten moeten veel strenger. “Dit is een duidelijk signaal aan de vermogensbeheersector dat zij beleid, praktijken en processen moeten hebben om greenwashing te voorkomen”, vindt hij.
Beleggers steken immens veel geld in groene beleggingen. De wereldwijde instroom in duurzame fondsen bedroeg in de eerste negen maanden van dit jaar 477,4 miljard dollar (411,93 miljard euro). Dat is meer dan de 366,6 miljard dollar die over heel 2020 werd verzameld, volgens dataleverancier Morningstar.
De instroom in duurzame fondsen die in Europa worden verkocht, is goed voor 81,6 procent van de totale groei tot dusver dit jaar. De VS nemen 11,8 procent van de nieuwe activiteiten voor hun rekening. Dat zijn grote aantallen voor dergelijke onzekerheden in de definitie van “duurzaam”.
In de VS wordt de taak om greenwashing aan te pakken bemoeilijkt door de sterk gepolitiseerde aard van het debat over de risico’s van klimaatverandering. “De VS is de grootste kapitaalmarkt ter wereld, dus het is van essentieel belang dat er een duidelijke regelgeving is over de betekenis van ‘groen’ en ‘duurzaam’ om greenwashing te voorkomen”, zegt Robert Eccles, gasthoogleraar aan de Saïd Business School van de Universiteit van Oxford. (mah)