De Belgische Petroleum Federatie (BPF) wijzigt haar naam in Energia. Dat past in de bredere trend waarbij klassieke oliegroepen zich omvormen tot “multi-energie”-bedrijven die actief zijn in zowel vuile als schone energie. Maar niet iedereen vindt die combinatie houdbaar.

De Petroleumfederatie heeft onder meer de grote raffinaderijen in Antwerpen als lid en vertegenwoordigt bekende merken als Shell, TotalEnergies, Q8 of Lukoil. De vereniging schrapt nu elke expliciete verwijzing naar petroleumproducten, zegt voortaan de sectororganisatie te zijn “van ondernemingen die mobiliteits- en energieoplossingen aanbieden” en kiest voor de neutrale naam Energia.

Greenwashing of nieuwe realiteit?

“Deze naam verwoordt de ambitie en de rol van de sector in de energietransitie”, klinkt de uitleg. Het doet wat denken aan de recente omvorming van de olie- en gasreus Total in TotalEnergies, wat ook het nieuwe merk is voor de tankstations. Volgens de critici zijn de naamswijzigingen een vorm van greenwashing door bedrijven die decennialang verantwoordelijk waren voor de hoge CO2-uitstoot. De sector zelf zegt zich aan te passen aan de nieuwe realiteit.

“Om de klimaatdoelen en de energietransitie naar een koolstofarme maatschappij waar te helpen maken, vormen de leden van de federatie zich om tot multi-energie actoren”, zegt Energia in een persbericht.

“De ontwikkeling van nieuwe technologieën en het aanleveren van koolstofarme energie-oplossingen staan daarbij centraal. De tankstations van morgen zullen evolueren naar multi-energie hubs, met een divers aanbod aan conventionele en koolstofarme brandstoffen, elektrische laadpalen alsook biogas en waterstof.”

De naamswijziging komt er toevallig er nu rond Shell een machtsstrijd is losgebarsten, precies over de kwestie of een groep tegelijk actief kan zijn in klassieke energie als olie en aardgas en in initiatieven rond hernieuwbare energie. De activistische belegger Third Point vindt alvast van niet en eist de opsplitsing van het energieconcern.