Sombere vooruitzichten voor de Belgische economie 

De nieuwe vooruitzichten van het IMF lezen als een economisch horrorverhaal voor België. Dat zou het zoveelste alarmsignaal moeten zijn dat ons economisch beleid anders aangepakt moet worden. De show van de voorbije dagen rond de begroting maakt duidelijk dat de nodige sense of urgency er nog altijd niet is.

Deze week pakte de federale regering uit met haar ‘State of the union’, een overzicht van haar budgettaire en beleidsplannen voor de rest van deze legislatuur. De premier had het over steunmaatregelen voor gezinnen en bedrijven, inspanningen om de overheidsfinanciën op koers te houden en hervormingen. Dat was evenwel vooral politieke marketing. De regering pakt dan wel uit met een lange reeks maatregelen, maar het gaat uiteindelijk overwegend om kleine ingrepen. De steunmaatregelen blijven beperkt (vooral omdat er geen geld is) en van een structurele verbetering van onze overheidsfinanciën is geen sprake. En het ergst van al, ernstige structurele hervormingen lijken er deze legislatuur niet meer in te zitten. Het hervormingsrapport van deze regering blijft dan bij een mini-arbeidsdeal (die weinig bijdraagt om de uiteindelijk erg hol klinkende doelstelling van 80% werkzaamheidsgraad te halen), een pensioenhervorming die naam onwaardig (die de toekomstige pensioenfactuur nog eerder zal opdrijven dan inperken), en heel misschien nog een beperkte fiscale hervorming (hoewel het voorlopig hoogst onzeker blijft of daar echt iets van komt).

Op dezelfde dag publiceerde het IMF haar nieuwe economische vooruitzichten. Het IMF waarschuwt dat de wereldeconomie richting recessie afglijdt, en dat het ergste in deze cyclus nog moet komen. Maar vooral voor België lezen de nieuwe IMF-vooruitzichten als een economisch horrorverhaal. Vooral de verontrustend magere groeivooruitzichten en de dramatische toestand van onze overheidsfinanciën vallen daarbij op. Dat staat alleszins in scherp contrast met de heel beperkte daadkracht die onze beleidsmakers deze week vertoonden.

Magere groeivooruitzichten

Het IMF verwacht dat de Belgische economie van 2022 tot 2027 gemiddeld met amper 1,1 procent per jaar zal groeien. Na Italië en Japan is dat het laagste onder de klassieke industrielanden. In de buurlanden zou dat gemiddeld 1,4 procent per jaar zijn, in Zweden 1,6 procent per jaar. Ook het groeipotentieel van onze economie op middellange termijn schat het IMF vrij somber in. De economische groei per hoofd zou in 2027 uitkomen op 0,9 procent, opnieuw bij de laagste onder de industrielanden. Dat is verontrustend omdat minder economische groei zowat alles moeilijker maakt. Dat impliceert minder welvaart, minder koopkracht en minder mogelijkheden om allerlei doelen, van een sterkere welvaartsstaat tot de duurzame transitie, te realiseren. En daarnaast is het ook slecht nieuws voor de overheidsfinanciën.

Dramatische overheidsfinanciën

Het IMF is niet gerust in de situatie van de Belgische overheidsfinanciën. Volgens hun nieuwe vooruitzichten blijft het Belgische begrotingstekort ook de komende jaren boven 5 procent van het BBP hangen. Onder de klassieke industrielanden zou enkel de VS er nog slechter aan toe zijn. Onze overheidsschuld zou tegen 2027 met 11 procent van het BBP toenemen, terwijl die in de meeste andere industrielanden zou afnemen. En ondertussen zouden onze overheidsuitgaven oplopen tot 56 procent van het BBP, na Frankrijk de hoogste onder de industrielanden. Het blijft opmerkelijk welke kwaliteit van beleid/dienstverlening er in België tegenover die hoge uitgaven geplaatst worden.

Nood aan hervormingen

De verontrustende vooruitzichten van het IMF bevestigen nog maar eens de dringende nood aan structurele hervormingen. Het huidige beperkte groeipotentieel is onvoldoende om de koopkracht duurzaam te versterken, om de vele investeringen te financieren die nodig zijn voor de transities (o.a. energie, duurzaamheid, demografisch, …) waar we voor staan en om onze overheidsfinanciën op de rails te houden. Voor dat laatste zal naast groei ook nood zijn aan volgehouden budgettaire inspanningen, waarbij vooral gekeken moet worden naar de hoge overheidsuitgaven.

De huidige regering heeft op dit vlak erg weinig stappen gezet. De opeenvolging van crisissen speelde daarbij ongetwijfeld een rol. Maar de beste manier om sterker uit die crisissen te komen, is net via ernstige structurele hervormingen, o.a. op de arbeidsmarkt, van de pensioenen, in de regulering, in de fiscaliteit, … Het is trouwens ook de enige manier om een echt antwoord te bieden op de combinatie van magere groeivooruitzichten en dramatische overheidsfinanciën. De huidige regering heeft helaas de kans om op dat vlak het verschil te maken laten liggen.


De auteur Bart Van Craeynest is hoofdeconoom bij Voka en auteur van het boek Terug naar de feiten

Meer