Siemens neemt na ruim 170 jaar afscheid van Russische markt

Het Duitse Siemens zal de Russische markt verlaten als gevolg van de oorlog in Oekraïne. Het bedrijf vertrekt na 170 jaar en zal hierdoor een verlies van ruim 600 miljoen euro moeten incasseren.

Roland Busch, CEO van Siemens, beschreef op donderdag in een verklaring dat de oorlog in Oekraïne geldt als een “keerpunt in de geschiedenis”. “Wij als bedrijf hebben deze oorlog duidelijk en krachtig veroordeeld”, aldus de CEO.

“Wij zijn als mensen allemaal geraakt door de oorlog en onze financiële cijfers moeten op de achtergrond blijven bij deze tragedie. Toch voelen we, net als andere bedrijven, de impact op ons bedrijf”, zo vult Busch verder aan.

Rusland was goed voor ongeveer 1 procent van de jaarlijkse omzet van het technologiebedrijf, waarbij het grootste deel van de huidige activiteiten betrekking hadden op onderhouds- en servicewerkzaamheden aan hogesnelheidstreinen.

170 jaar actief in Rusland

Het afgelopen tweede kwartaal moest Siemens, naar eigen zeggen, een verlies van ruim 600 miljoen euro incasseren, als gevolg van de westerse sancties tegen Rusland. Hierdoor kwam het netto-inkomen van het kwartaal uit op 1,21 miljard euro, waarmee het onder de verwachte 1,73 miljard euro eindigt. Als reactie op de resultaten daalde de aandelenkoers van het bedrijf op donderdag met bijna 5 procent. 

De vraag naar de producten van het bedrijf bleef echter robuust, met 22 procent meer orders dan een jaar geleden. 

Hoe het vertrek van Siemens uit Rusland precies vorm krijgt is nog niet helemaal duidelijk. De Duitse technologiereus kiest bij het afbouwen van de activiteiten voor een ​​”ordelijk proces”, geeft Busch aan.

Siemens heeft momenteel in Rusland ruim 3000 mensen in dienst, waar het al 170 jaar actief is. Het ging in 1851 voor het eerst naar het land om apparaten te leveren voor de telegraaflijn tussen Moskou en Sint-Petersburg.

Sinds de start van de oorlog in Oekraïne hebben al heel wat bedrijven besloten om Rusland te verlaten. Onder andere de biergigant AB InBev, sportkledingfabrikant Adidas en autobouwer Renault besloten al om het land de rug toe te keren. De stopzetting kostte Adidas zo’n 270 miljoen dollar aan omzet en BP moest een afschrijving doen van ruim 25 miljard dollar.

(ns)

Meer