Deze onderzoeker is ervan overtuigd dat we “binnen 25 jaar” leven buiten ons zonnestelsel zullen vinden

De astronomische gemeenschap zoekt al meer dan een eeuw lang naar tekenen van buitenaards leven. Volgens Sascha Quanz, fysicus bij het Zwitserse federale technologie-instituut ETH Zurich, zal die zoektocht weldra zijn vruchten afwerpen.

Quanz zei op 2 september, tijdens de opening van een nieuwe afdeling van de universiteit, het Centrum voor de Oorsprong en Prevalentie van Leven, dat we wellicht binnen de 25 jaar de vraag zullen kunnen beantwoorden of er zich leven buiten het zonnestelsel bevindt. Tijdens een persconferentie deed hij uit de doeken welke nieuwe technologieën nu worden ontwikkeld die daarvoor zullen worden gebruikt.

Ontelbaar veel planeten

Eerst en vooral kaartte Quanz de grote vooruitgang van de voorbije 27 jaar aan. “In 1995 ontdekte mijn collega Didier Queloz de eerste planeet buiten ons zonnestelsel. Vandaag zijn er meer dan 5.000 exoplaneten bekend en ontdekken we dagelijks nieuwe.” 

Hoewel dat een enorme vooruitgang betekent, valt er echter nog veel te ontdekken. Er wordt volgens astronomen immers geschat dat er gemiddeld een tot twee planeten in een baan rond elke ster draaien. Als je rekening houdt met het feit dat er zich in onze Melkweg alleen al 100 tot 400 miljard sterren bevinden en dat er honderden miljarden galaxieën zijn in het universum, elk met een even enorm aantal sterren, betekent dit dat er een zo goed als ontelbare hoeveelheid planeten zijn.

Volgens Quanz is de kans zeer groot dat een significant deel daarvan lijken op de aarde. Dergelijke planeten moeten zich echter niet enkel op de juiste afstand van hun ster bevinden om vloeibaar water te bevatten om leven te kunnen herbergen. “Wat we niet weten is of deze aardse planeten atmosferen hebben en waar deze atmosferen van gemaakt zijn”, zei Quanz tijdens de persconferentie. “We moeten de atmosferen van deze planeten onderzoeken. We hebben een waarnemingsmethode nodig die ons in staat stelt foto’s van deze planeten te maken.”

James Webb

Quanz deed de uitspraken kort nadat de ruimtetelescoop James Webb voor het eerst een foto had gemaakt van de exoplaneet HIP 65426 b. Het hemellichaam heeft een massa van zes tot twaalf keer die van Jupiter, wat het onmogelijk maakt dat er zich leven bevindt omdat het om een gasreus gaat. De planeet bevindt zich op een afstand van zo’n 385 lichtjaar van de aarde, zo goed als in onze kosmische achtertuin dus.

Maar hoewel dat een grote mijlpaal was voor de ruimtetelescoop, betekent het niet meteen dat de James Webb gebruikt kan worden om planeten zoals de aarde te ontdekken, meent Quanz. Planeten waarop leven vatbaar zou kunnen zijn, bevinden zich immers veel dichter bij hun ster en zijn bovendien een flink stuk kleiner. “Het HIP 65426-systeem is een heel bijzonder systeem”, zei Quanz. “Het is een gasreus die heel ver van zijn ster draait.” De James Webb zou volgens de astronoom niet krachtig genoeg zijn om foto’s te nemen van kleinere planeten. 

Nieuwe instrumenten

Om dat wel te kunnen doen, worden echter al nieuwe instrumenten ontwikkeld. Quanz en zijn team zijn bijvoorbeeld apparatuur aan het bouwen voor de Extremely Large Telescope (ELT), een gigantische telescoop die momenteel wordt gebouwd in Chili. 

Die zal worden uitgerust met de zogenaamde mid-infrared ELT imager and spectrograph (METIS), een tool die foto’s zal moeten kunnen nemen van rotsachtige planeten zoals de aarde. Quanz benadrukt wel dat zelfs dat apparaat slechts foto’s zal kunnen nemen van planeten die zich heel dicht bij ons zonnestelsel bevinden. Toch denkt hij dat met METIS tot tientallen planeten zullen kunnen worden gefotografeerd.

Wellicht meer nodig

Het zou echter goed kunnen dat METIS niet volstaat om tekenen van buitenaards leven op te pikken. Onze kosmische achtertuin is immers minuscuul, vergeleken met de enorme, onmeetbare grootte van het universum. Als er toch leven wordt gevonden op een planeet in de buurt, betekent dit alvast dat buitenaards leven helemaal niet zeldzaam is, wat sowieso al enorme implicaties zou hebben

De kans is echter groter dat er geen leven te vinden is in de buurt. Om verder te kijken, zou meer nodig zijn dan de ELT, omdat een telescoop vanop aarde sowieso te kampen zal krijgen met interferentie van de atmosfeer. Omdat ook de James Webb niet in staat zal zijn meer te zien dan gasreuzen, zal een volledig nieuwe ruimtetelescoop nodig zijn om de zoektocht verder te zetten. Die telescoop, die voorlopig LIFE heet, ofwel de Large Interferometer for Exoplanets, bevindt zich momenteel nog in de onderzoeksfase en is dus nog niet gepland voor morgen.

En hoewel het LIFE is die buitenaards leven vindt, of andere telescopen, denkt Quanz dat het best mogelijk is dat de zoektocht binnen 25 jaar gedaan zal zijn. Toch is niets zeker, zei de wetenschapper, “maar we zullen onderweg sowieso andere dingen leren”.

(kg)

Meer