Steeds meer politieke stemmen gaan op om de avondklok, die onze bewegingsvrijheid ’s nachts beperkt, af te schaffen vanaf april.
Volgens virologen is de avondklok een van de doeltreffendste maatregelen om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. Maar dat botst op almaar groter maatschappelijk verzet, dat zich uit in politieke oproepen om de maatregel af te schaffen, mogelijk in april of mei.
Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA) hoopt dat de afschaffing op het volgende Overlegcomité, dat gepland staat voor 29 maart, op tafel komt. Dat verklaarde hij in het debatprogramma De Zevende Dag. Ook aan Franstalige kant gaan er stemmen op om de coronamaatregel snel in te trekken, maar volgens minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden is dat vandaag niet aan de orde.
Wetsvoorstel
De N-VA opent nog een tweede front, met een wetsvoorstel dat de beslissingen over een avondklok uit de handen van de regering trekt. ‘De Kamer moet beslissen of de avondklok gehandhaafd blijft of niet’, zegt fractievoorzitter Peter De Roover in een persbericht. De inperking op de individuele bewegingsvrijheid is zo ingrijpend, dat een avondklok niet zomaar door een ministerieel besluit verlengd kan worden, zo gaat de redenering.
N-VA versus Open Vld
Het initiatief van de N-VA brengt regeringspartij Open Vld, traditioneel een verdediger van individuele vrijheid, in een wat lastig parket. Ook al omdat voorzitter Georges-Louis Bouchez van de MR, de Franstalige tegenhangeer van Open Vld, voor een snelle afschaffing pleit. De MR zit nochtans ook in de federale regering.
‘We gaan de avondklok geen minuut langer aanhouden dan nodig’, verklaarde minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open Vld) vrijdagavond in een tweet. Eerder die avond klonk het nog dat de avondklok ‘nog een ruime tijd van kracht zal blijven’, ook als de horeca opent op 1 mei.
Wat voorafging: