Pandemie deed strijd tegen corruptie wereldwijd stilvallen

De strijd tegen corruptie is er in 2021 wereldwijd nauwelijks op vooruitgegaan. De Europese landen – traditioneel de beste leerlingen van de klas – lijken stilaan serieus te slabakken. In het tweede jaar van de pandemie blijven Europese overheden de crisis misbruiken als excuus voor lakse controle op corruptie en problematische beleidskeuzes. Dat is de conclusie uit het jaarrapport van de anticorruptiewaakhond Transparency International.

De pandemie deed niet alleen ons dagelijks leven stilvallen. Ook de inzet van onze overheden tegen corruptie is in het slop geraakt door toedoen van het coronavirus. Dat blijkt althans uit het jaarlijkse rapport van de ngo Transparency International, die al 27 jaar data bijhoudt over corruptie in de wereld.

Crisis als excuus voor achteloosheid

“Europese overheden blijven de coronacrisis gebruiken als excuus voor hun stagnerende anticorruptiebeleid en problematische beleidskeuzes”, staat in het rapport te lezen. “Er manifesteert zich een zorgwekkende nieuwe normaal, de regels voor verantwoording en transparantie die aan de kant werden geschoven bij het begin van de pandemie zijn nog steeds niet volledig hersteld.”

Volgens Transparency International gaan de Europese overheden te laks om met de zogenaamde checks and balances. In plaats van wederzijdse controle, geven de verschillende democratische instellingen elkaar vrij spel. Zo was dat in België ook het geval toen de regering van de Kamer een volmacht kreeg om het coronabeleid uit te stippelen. Daardoor konden heel wat maatregelen bij koninklijk besluit genomen worden, zonder controle van het Parlement dus.

Zo’n aanpak kan in het geval van een ernstige crisis inderdaad noodzakelijk zijn, maar politici spelen een gevaarlijk spel als ze in acute nood achteloos omgaan met belangrijke democratische instituten. Het is namelijk niet zo vanzelfsprekend dat overheden de macht die ze naar zich toegetrokken hebben zomaar teruggeven. Uit andere rapporten is alvast gebleken dat democratieën wereldwijd aan het wegglijden zijn richting autoritaire regimes.

Corruption Perception Index

Om corruptie wereldwijd in de gaten te houden, houdt de ngo Transparency International sinds 1995 jaarlijks de Corruption Perception Index (CPI) bij van alle landen in de wereld. De organisatie controleert hoe de publieke sector van elk land omgaat met omkoperij, hoe publieke middelen worden uitbesteed, de mate waarop mandatarissen wegkomen met machtsmisbruik, nepotisme, juridische bescherming van de burgers en de transparantie van overheden. Op basis van die verschillende variabelen krijgt elk land een score op 100, waarbij 0 staat voor volledig corrupt en 100 voor volledig clean.

Hoewel Europa met een CPI van 66 nog steeds als regio het beste scoort, zijn er redenen voor Transparency International om zich zorgen te maken. Zo zijn de nefaste effecten van corruptie al zeer goed te voelen in landen als Polen en Hongarije. Waar de corruptie toeneemt, zien burgers hun rechten ook afnemen, concludeert Transparency International. Daarom valt ook op hoe in beide Oost-Europese landen vrouwenrechten, LGBTQ+-rechten en de vrije pers steeds meer op de korrel worden genomen.

West-Europa en de EU-lidstaten halen de beste score als regio – kaart: Transparency International

Voor het tiende jaar op rij blijft het wereldwijde gemiddelde hangen op een score van 43. Twee derde van de landen scoort lager dan 50, wat erop wijst dat ze met ernstige corruptie kampen. België haalt een score van 78 en komt daarmee op dezelfde positie als Australië, Japan en Uruguay terecht.

De drie best scorende landen zijn Denemarken, Finland en Nieuw Zeeland, die halen een score van 88. Zuid-Soedan is het meest corrupte land volgens de index, de overheid daar haalt een score van 11.

(ns)

Meer