Alicja Gescinska: ‘Alle ogen van de EU zouden op Minsk gericht moeten zijn’

Iedere dag zie ik Wit-Rusland, het land glinstert in de ogen van mijn overgrootvader, wiens vroeg-twintigste-eeuwse portret op een boekenkast in mijn woonkamer staat. Pjotr was zijn naam. Hij was een Wit-Rus die in Polen verzeild raakte en daar een leven begon, oorlogen en ontberingen doorstond, kinderen en kleinkinderen kreeg. Een van die kleinkinderen was mijn vader; het werd zijn oogappel. Mijn vader groeide op in een gezin met weinig warmte. De herinneringen aan grootvader Pjotr behoorden tot de zeldzame liefdevolle uit zijn kindertijd.

Toch is het niet enkel door die persoonlijke band en het besef dat een beetje Wit-Rusland door mijn aderen stroomt, dat ik de recente ontwikkelingen in het land met grote ogen volg. Iedereen met een beetje historische, geopolitieke kennis moet doordrongen zijn van de immense historische, politieke, sociale, humanitaire én morele inzet van de protesten aldaar.

Protesten in Wit-Rusland. Foto: EPA

Jammer genoeg lijkt die kennis slechts héél langzaam te rijpen binnen de instelling van de Europese Unie. Hoewel daar vaak gepredikt wordt een unie van waarden te zijn, een ware voorvechter voor mensenrechten en vrijheden, bleef het erg lang stil als reactie op de bloedige brutaliteit waarmee Loekasjenko de kritiek op zijn beleid in de kiem wil smoren. De politieke leiders van Polen, de Baltische Staten, Finland en enkele andere naburige landen reageerden veel sneller met krachtige statements. Het is enigszins ironisch dat uitgerekend Polen – het land dat vaak op de vingers wordt getikt als het gaat om het niet eerbiedigen van de waarden en normen van de Europese democratie – zo uitdrukkelijk aan de kar van de EU moet trekken opdat andere lidstaten ook meer interesse in Wit-Rusland krijgen.

Dat is een gevolg van het feit dat de Europese Unie te veel naar het westen kijkt en te weinig naar het oosten. West-Europeanen zijn selectieve Europeanen. Alles wat ten oosten van de Oder ligt, en al zeker wat ten oosten van de Wisla ligt, lijkt een ver, exotisch gebied waar we maar halvelings mee te maken hebben.

Komt er aan de oostelijke buitengrens van de EU een democratische rechtsstaat, of houdt Poetin er zijn autoritaire vazal in het zadel?

Dat was enkele jaren geleden al pijnlijk duidelijk met de onlusten in de Oekraïne. De bekende filosoof Alain De Botton publiceerde toen een polemiserende analyse op zijn online platform, The Philosopher’s Mail, met als titel: Kiev is in flames, but I don’t care. Het artikel zelf is een rechtvaardiging waarom die onverschilligheid niet ondeugdelijk is, waarom het niet geeft om niet te geven om de Oekraïne. We kunnen ons niet om elk land bekommeren en om alle uithoeken van de wereld. Onze empathische vermogens hebben grenzen, en die reiken meestal niet verder dan onze landsgrenzen, of in het beste geval tot die van onze buurlanden.

Iets gelijkaardigs is nu gaande. Mensen beseffen het misschien niet, maar Minsk bevindt zich voor ons Belgen of Nederlanders niet veel verder dan pakweg Madrid. Als het zou stormen in Madrid, voelen we het druppelen tot bij ons. Maar als in Minsk een historische omwenteling gaande is, boeit het ons maar matig. Terwijl dit geopolitiek een enorme gamechanger zou kunnen zijn. Komt er aan de oostelijke buitengrens van de EU een democratische rechtsstaat, of houdt Poetin er zijn autoritaire vazal in het zadel? Zou het de oppositie lukken om én democratiseringen én een goede verstandhouding met Moskou én met Brussel te bewerkstelligen? Een immense uitdaging, maar de inzet is dan ook groot. Alle ogen van de EU zouden op Minsk gericht moeten zijn. Maar misschien moeten Charles Michel en co eerst eens in de ogen van mijn overgrootvader komen kijken vooraleer ze dat ten volle beseffen.

Meer premium artikelen
Meer

Ontvang de Business AM nieuwsbrieven

De wereld verandert snel en voor je het weet, hol je achter de feiten aan. Wees mee met verandering, wees mee met Business AM. Schrijf je in op onze nieuwsbrieven en houd de vinger aan de pols.