Opgepast, u wordt gefilmd: ‘Laat al die camera’s maar wat vaker achterwege’

De coronacrisis heeft een ontwikkeling versneld en verhevigd die al enige tijd gaande was: steeds vaker willen cultuurhuizen en andere organisatoren van debatavonden en gesprekken alles filmen. Elk woord, elke gedachte moet vereeuwigd worden en voor het nageslacht vastgelegd. Doordat er nu minder mensen aanwezig kunnen zijn op culturele evenementen, is die opnamedrang nog verder doorgeslagen. 

Hoewel het fijn kan lijken om een discussie, over tijdruimtelijke grenzen heen, te kunnen volgen, kleeft er ook een keerzijde aan. De spontaniteit van het spreken, de vrije loop van de gedachten wordt immers ingeperkt door het besef dat ieder woord gewikt en gewogen moet worden. Dat weet ik uit ervaring, als vragensteller en als antwoordengever tijdens zulke debatten en gesprekken.

Mensen beginnen aan een vorm van zelfcensuur te lijden, wanneer ze weten: alles wat ik nu zeg, heb ik voor altijd gezegd. Alles wat ik zeg, kan misschien ooit tegen mij gebruikt worden. Een gedachte die wat mank loopt. Een ingeving die uiteindelijk toch geen groot inzicht blijkt. Het hoort allemaal bij de ontwikkeling van het denkwerk, en in een goed gesprek, in een echte dialoog is er ruimte voor het uiten van ideeën waarvan men later dan toch geen groot voorstander blijkt te zijn. Maar die ruimte dreigt weggenomen te worden doordat de camera’s overal draaien en geen woord ontsnapt aan de opnameapparatuur. Het is ook iets waar het onderwijs onder dreigt te lijden, nu ook lessen alsmaar vaker online gegeven en opgenomen worden. Zeker voor een dialogische discipline als de filosofie is dat een onwenselijke evolutie.

Je moet als denker, schrijver, schepper van woorden en gedachten al bijzonder stevig in je schoenen staan om jezelf niet geremd te zien door camera’s; iemand van het kaliber van Hannah Arendt bijvoorbeeld. In een lang gesprek uit 1964 laat ze haar gedachten over politiek en maatschappij, man en vrouw, goed en kwaad de vrije loop. Dat levert een aantal opvallende bedenkingen op. Zo zegt Arendt onder andere dat vrouwen niet geschikt zijn voor bepaalde beroepen, vooral voor bepaalde leidinggevende rollen. Ze zijn niet gemaakt om ergens het bevel te voeren, want anders verliezen ze hun ‘vrouwelijke kwaliteiten’. Dat klinkt nogal ongemakkelijk uit de mond van een boegbeeld van het feminisme en vrijheid van geest, van een strijder voor de universele menselijke waardigheid en de gelijkwaardigheid van mensen. 

‘Laat al die camera’s en recorders maar wat vaker achterwege’

Het is best denkbaar dat dit vandaag ondenkbaar zou zijn: ik kan me niet inbeelden welke progressieve denker vandaag op camera zo ongegeneerd zijn gedachten de vrije loop zou gunnen. Je woorden zouden nog niet koud zijn of je zou al in een storm van commentaren op sociale media beland zijn. Arendt voegt eraan toe dat ze misschien een beetje ouderwets is op het vlak van vrouwen en hun beroepsactiviteiten. En ze voegt er ook aan toe dat ze het misschien helemaal fout heeft.

Als het op een goed gesprek aankomt, ben ik zelf ook een beetje ouderwets: laat al die camera’s en recorders maar wat vaker achterwege. Het is goed wanneer sommige vluchtige woorden en spontane gedachten gewoon vervluchtigen. 

Meer premium artikelen
Meer

Ontvang de Business AM nieuwsbrieven

De wereld verandert snel en voor je het weet, hol je achter de feiten aan. Wees mee met verandering, wees mee met Business AM. Schrijf je in op onze nieuwsbrieven en houd de vinger aan de pols.