L’enfer, c’est les autres (touristes)

Het zijn toevallig altijd zij die de wereld drie keer rondgereisd hebben, die plots meewarig verkondigen: ach al dat gereis, waar is dat toch voor nodig?

’En, hoe was je reis?’ ‘Goed, leuke plek, maar er waren wel veel te veel toeristen.’ Dan moet ik altijd eens goed lachen. In tijden van crisis zijn we eerst heel solidair: we brengen voedselpakketten rond, we klappen luid voor de zorgverleners en hangen de mooiste spreuken op in onze gezellige straat. Maar dan komt er een soort kantelpunt. Het begint allemaal wat lang te duren. We moeten iets te veel opgeven en er is vooral weinig perspectief.

Komt het door het virus, door Trump of het onzekere tijdsgewrichttout court? Ben ik de enige die de verlichtingsgedachte alsmaar belegener zie worden rond mij?

Toeristen in Venetië. Foto: Aurore Marechal/Isopix

Byebye vrijheid, die zijn we even kwijt. Gelijk zijn we nooit geweest, dat wordt helaas steeds duidelijker. En van broederlijkheid, de laatste strohalm, zeg maar, schiet er ook niet veel meer over. Iedereen wijst zo graag met de vinger naar de ander: de wildkampeerders kijken neer op de citytrippers en de citytrippers geven de skiërs de schuld van de hele pandemie. En de thuisblijver, die is superieur.

Het zijn altijd de anderen. L’enfer, c’est les autres. Net zoals rijke mensen neerbuigend mogen verkondigen dat arme mensen niet bij Primark mogen shoppen, vinden ze ook dat mensen geen lowcostvlucht mogen nemen en zeker niet doelloos op een strand in de Balearen mogen gaan liggen. Blijf toch lekker in je eigen tuin, gebieden ze dan zalvend, terwijl ze zich zelfgenoegzaam in hun ligstoel nestelen met een boek en een goed glas wijn.

Weten ze niet of willen ze niet weten dat honderdduizenden Belgen géén tuin hebben om in te luieren? En nee, ook geen terras, balkonnetje of zelfs geen prettig uitzicht.

Lichting nieuwe pastoors

Net nu we eindelijk een beetje verlost zijn van de kerk, staat er langzaamaan een lichting nieuwe pastoors op. Ze zadelen ons zo graag op met een schuldgevoel, preken dat het een lieve lust is en vinden steevast dat wat zij doen, de norm hoort te zijn. Pittig detail: het zijn ook altijd zij die de wereld drie keer rondgevlogen, -gespoord en -gevaren hebben die plots meewarig verkondigen: al dat gereis, waar is dat voor nodig? (Nietwaar, Geert Mak?) Begrijp me niet verkeerd: ik ben fan van jullie werk en oprecht blij voor jullie dat jullie tot inkeer gekomen zijn, en niet nog eens naar Kyoto, Machu Picchu, New York of Vuurland hoeven. Geniet van jullie (ongetwijfeld schitterende) tuin, maar preek er niet over en laat de anderen nog bewegen, of tenminste ervan dromen.

Nee, geef mij maar Ilja Leonard Pfeijffer, die in zijn bestseller Grand Hotel Europa het probleem van massatoerisme meesterlijk aan de kaak stelt en vanuit ongeveer elke hoek bekijkt, luidop oplossingen zoekt en tegelijk ruiterlijk toegeeft dat ook hij ‘een toerist is geweest die vond dat hij geen toerist was’.

De toerismeparadox

Benieuwd hoe we zullen reizen als het weer mag. Zullen we ons blijven laten dicteren door de zelfverklaarde wereldburgers die grappig genoeg willens nillens de paradox van toerisme in stand houden: toerisme vernietigt datgene waardoor het wordt aangetrokken (dixit Pfeijffer in Grand Hotel Europa)? Welke faux pas zullen we nu weer maken? Logeren via Airbnb was tot voor kort een verplicht nummertje, maar nu mag het ab-so-luut niet meer, wegens een ramp voor de plaatselijke bevolking. In grote hotelketens durven we ons ook al niet meer te vertonen, omdat we dan niets bijdragen aan de lokale economie. Allemaal dan naar dat ene kleine, dure ecoherbergje dus, met stip goedgekeurd in het Rode Boekje van de Correcte Reiziger! Leuke plek, maar helaas: véél te veel toeristen …

Sophie Matthys is journalist en eindredacteur van Newsweek

Meer premium artikelen
Meer