Je moet het de hogepriesters van de technologie nageven. De pandemie heeft onze neus op het feit gedrukt dat zij voor heel wat problemen inventieve oplossingen hebben aangereikt. Zo ook voor intellectuele arbeid. Zoom, Microsoft Teams en soortgelijke communicatietools hebben aangetoond dat je productief kan doorwerken als je in een marketing – of salesfunctie bevindt, technisch advies geeft of boekhouddiensten levert. Het is absoluut verbazend dat de toekomst van thuiswerk al 30 jaar lang werd gepredikt – zonder noemenswaardig succes – en dat één virus de halve werkende wereldbevolking in dit predicament heeft geduwd.
Bovendien heeft het toch iets kafkaiaans want heel wat bedrijven kunnen nu monitoren hoelang je werkt, hoeveel keer je hebt ingelogd en met wie je contact hebt gehad. Het lijkt allemaal wat minder stressvol (nooit meer files!) maar in de realiteit blijkt nu na enkele maanden dat deze nieuwe manier van werken toch iets minder rooskleurig is als voorheen gedacht.
De meesten onder jullie zullen stellen dat de hoofdreden dat we terug naar kantoor willen, ligt in het feit dat we sociale wezens zijn en dat het daarom essentieel is dat we elkaar terugzien op kantoor. Dit zal toelaten dat de medewerkers terug een vertrouwensrelatie kunnen bouwen en je een bedrijfscultuur kan cultiveren. Kantoorverkopers stellen bovendien terecht dat een goed ontworpen kantoor met een juiste koffiehoek, een toffe bar annex restaurant ervoor zorgt dat nieuwe ideeën ontstaan tussen medewerkers die niet elke dag samenwerken – ‘serendipiteit’ heet dit in het jargon. Dat zijn allemaal zeer waardevolle redenen.
Ik bied je echter een nog veel betere reden. Op bureau kan je af en toe eens goed lachen. Humor is de beste remedie tegen stress en mentale druk. Het is het beste cement om een groepsgeest te bouwen. Een onschuldige mop over een gezamenlijke lastige klant gedeeld tussen twee telefonistes of een goed geplaatste farce aan de start van een meeting laadt iedereen weer op. De meest populaire medewerkers zijn meestal ook de grappigste. Slimme bedrijven houden dikwijls dergelijke collega’s in dienst omdat ze waarde toevoegen die niet kan gemeten worden in productiviteit.
Satire is ook ideaal om de serieuze, dikwijls incoherente ‘buzzwords’ van het legertje managers wat te relativeren. Daarom is de beste humor ook altijd degene die vanonder komt en niet van de top. De briljante sitcom ‘The office’ met Ricky Gervais in de hoofdrol – de Amerikaanse heeft Steve Carell als de hopeloze manager – illustreert pijnlijk hoe leidinggevenden zich dikwijls zo serieus nemen dat je er plaatsvervangende schaamte van krijgt. Humor van de top houdt bovendien nog het gevaar seksistisch en racistisch te zijn.
En net dat kunnen de techgoeroes niet oplossen. Een mop vertellen via een Zoomconferentie lukt alvast niet. Een goede mop leeft immers bij spontaneïteit, timing en de juiste context. En deze drie elementen ontbreken vooralsnog in die eindeloze videoconferenties
Werk is een serieuze activiteit, laat dat duidelijk zijn. Maar soms doet het goed om dit werk te relativeren.
Hieronder alvast enkele hilarische stukken die een glimlach op je gezicht zullen toveren van de meesters van de ‘officecomedy’, met onder andere de onovertroffen godfather John Cleese ‘himself’ en het opkomende meesterlijke Vlaamse talent Arnout Van den Bossche.
Nog beter dan de moppen van komieken voor den brode zijn natuurlijk de grappen die spontaan ontstaan op het werk in een onbevangen sfeer waar het goed voelt om samen te bouwen aan een bedrijf … of althans te merken dat je niet alleen bent in een bepaalde onfortuinlijke situatie. Allen daarheen wanneer onze politieke goeroes en gezondheidsexperts ons het groen licht geven.
De legendarische serie Het Eiland
John Cleese als HR Manager
Ricky Gervais als motivator van zijn troepen
Steve Carell als salestrainer
Arnout Van den Bossche over de ideale klant
Xavier Verellen is Managing Director van MediaNation