Alicja Gescinska: ‘De kroniek van aangekondigde doden’

Retrospectief kan iedereen de toekomst voorspellen. Zoals Kierkegaard het ooit zei: het leven kan alleen voorwaarts geleefd, maar slechts terugblikkend begrepen worden. Toch kan niemand bij zijn volle verstand, in eer en geweten beweren dat de buitensporige omvang van de tweede coronagolf in ons land niet te voorzien was, én niet te vermijden.

Terwijl ik dit schrijf, heeft België juist Tsjechië ingehaald als Europees land met het hoogste aantal besmettingen per 100.000 inwoners. En dit is de kroniek van een aangekondigde malaise.

Al maandenlang is verkondigd dat het een zware herfst en een donkere winter zouden worden. Al wekenlang hebben virologen gewaarschuwd dat er zich begin november dramatische toestanden zullen voordoen indien de maatregelen en vooral ons gedrag niet drastisch veranderen. Het minste wat je daarover kan zeggen: het had anders gekund en beter gemoeten.

‘In een pandemie dreig je voortdurend achter de feiten aan te lopen, maar je moet niet bewust willen slenteren of de feiten zo lang mogelijk ontkennen’

Terugblikkend is het altijd makkelijk om aan te wijzen waar het fout is gelopen. Maar het is belangrijk om op twee denkfouten te wijzen, omdat mensen vaak hardleers zijn. Het betreft hier twee zienswijzen die ook nu nog volop gedeeld worden. Een eerste is de overtuiging dat we in de strijd tegen corona – wanneer we moeten beslissen over het al dan niet verstrengen van maatregelen – in hoofdzaak moeten kijken naar het aantal ziekenhuisopnames, of zelfs de bedbezetting op intensive care, en niet zozeer naar het aantal besmettingen. In een pandemie dreig je voortdurend achter de feiten aan te lopen, maar je moet niet bewust willen slenteren of de feiten zo lang mogelijk ontkennen. Je moet de vroegste indicatoren als eerste maatstaf voor beslissingen nemen. Doe je dat niet en wacht je tot het moment dat mensen naar het ziekenhuis trekken, geef je het virus tien dagen en meer vrij spel om zich te verspreiden.

Een tweede fatale overtuiging berust op een valse dichotomie: de tegenstelling tussen geestelijke en lichamelijke gezondheid. Zij die het meest weigerachtig zijn om stringente maatregelen te nemen, roepen daarbij steevast de mentale last in die door al te strikte maatregelen wordt veroorzaakt. Een terechte, belangrijke bekommernis. Maar hoewel de psychologische last van sociaal isolement moeilijk overschat kan worden, mag ook de psychologische last van een virus dat we door de samenleving laten razen niet uit het oog verloren worden. Dat geldt in het bijzonder voor de meest kwetsbaren onder ons, voor de alledaagse helden die iedere dag in de frontlinie staan: in de ziekenhuizen, in de bedrijven, in de scholen. En het geldt ook voor onze jongeren.

Het openhouden van de scholen wordt terecht als prioriteit beschouwd voor het welzijn van de jongsten onder ons. Maar ik merk bij mijn eigen kinderen en vele anderen dat er ook een psychologische last is – een bezorgdheid en zelfs een angst – wanneer men het principe dat de scholen te allen tijde open moeten blijven te ver doordrijft. Het is een algemene regel: wanneer men er als een dogma en een onwrikbaar geloof aan vasthangt, kan zelfs het nobelste doel perverteren.

Al sinds het uitbreken van de coronacrisis hebben beleidsmakers en virologen benadrukt dat er één groot doel voorop staat bij verstrengingsmaatregelen: de zorg voor de zorg. Ziekenhuizen en zorgpersoneel mogen niet overrompeld raken. Dat dit nu wel volop gaande is, is een falen van het beleid én een falen van ons als burger. Laten we dit niet vergeten, zodat we in latere retrospectieve profetieën niet weer moeten zeggen: het had heel anders gekund en veel beter gemoeten.

Meer premium artikelen
Meer

Ontvang de Business AM nieuwsbrieven

De wereld verandert snel en voor je het weet, hol je achter de feiten aan. Wees mee met verandering, wees mee met Business AM. Schrijf je in op onze nieuwsbrieven en houd de vinger aan de pols.