Ontbossing voor biobrandstoffen verschuift van Zuidoost-Azië naar Zuid-Amerika

De doelstellingen van de Europese Unie om het gebruik van biobrandstoffen te stimuleren, hebben de voorbije tien jaar geleid tot een ontbossing van een gebied dat ongeveer even groot is als Nederland. Dat blijkt uit een studie van de organisatie Transport & Milieu (T&E). De teelt van soja, palm en andere oliegewassen worden ingezet om het gebruik van fossiele brandstoffen te vervangen.

Volgens de studie zou de voorbije tien jaar ongeveer vier miljoen hectare bos, vooral in Zuidoost-Azië en Zuid-Amerika, voor de productie van biobrandstoffen zijn gerooid. Dat gebied omvat ook 10 procent van de resterende biotoop van de orang-oetans.

Paradoxaal

“De resultaten van de studie suggereren dat inspanningen die worden gedaan voor de vervanging van vervuilende brandstoffen zoals diesel door biobrandstoffen paradoxaal genoeg de uitstoot van koolstofdioxide doen toenemen”, benadrukt Laura Buffet, directeur energie bij Transport & Environment.

“Om aan de wereldwijde vraag te voldoen, worden oliepalmen op uitgestrekte industriële plantages gekweekt. Daarvoor worden hectares regenwoud gekapt. Een beleid dat de planeet moet helpen redden, wordt daardoor eigenlijk een probleem. Een dergelijke praktijk kan de mensheid zich niet nog eens een decennium veroorloven.”

Uit het rapport bleek dat de vraag van de Europese Unie naar biodiesel de teelt van 1,1 miljoen hectare palmbomen in Zuidoost-Azië en 2,9 miljoen hectare sojabonen in Zuid-Amerika vereiste.

Geconfronteerd met kritiek op de ontbossing in verband met het gebruik van palmolie in biodiesel, besliste de Europese Unie drie jaar geleden het gebruik van palmolie in transportbrandstoffen tegen het einde van dit decennium geleidelijk af te schaffen. “Dat heeft echter geleid tot een toename in het gebruik van sojaolie in Europese biodiesel”, merken de onderzoekers op. “Daardoor dreigt de ontbossing nu van Zuidoost-Azië naar Zuid-Amerika te verschuiven.”

“Het gebruik van sojaolie voor de productie van biodiesel liep vorig jaar met 17 procent op, tegenover een stijging met 4,4 procent bij palmolie”, benadrukken de onderzoekers. “Momenteel wordt 44 procent van de consumptie van sojaolie in Europa door de energiesector verbruikt. Dat betekende een stijging met 10 procentpunt op drie jaar tijd. Op die manier dreigt soja in de milieuproblematiek op termijn de nieuwe palmolie te zullen worden.”

Emissies

“De volledige ecologische voetafdruk van de gebruikscyclus van soja ligt wel iets lager dan bij palmolie, maar wanneer rekening wordt gehouden met het directe en indirecte verlies aan bosgebieden, liggen de emissies van deze activiteiten nog steeds twee keer zo hoog dan bij diesel,” zeggen de onderzoekers.

“De uitbreiding van de sojateelt is een belangrijke reden achter de snel toenemende ontbossing van het Braziliaanse Amazonegebied en andere kritieke ecosystemen. Indien de Europese Unie haar huidige beleid voor biobrandstoffen handhaaft, zal ze tegen het einde van dit decennium 173 miljoen ton extra koolstofdioxide uit palm en soja uitstoten. Dat komt overeen met de jaarlijkse emissies van 95 miljoen wagens.”

“Het gebruik van diesel en benzine in Europa is het voorbije jaar met respectievelijk 8,3 procent en 11,6 procent gedaald”, voert het rapport nog aan. “Dat is het gevolg van de coronacrisis, die onder meer de reissector onder grote druk heeft gezet.”

“Tegelijkertijd nam echter het gebruik van biodiesel met 1,3 procent toe, in lijn met het Europees mandaat om tegen het einde van het voorbije decennium een ​​tiende van de transportbrandstoffen uit hernieuwbare energiebronnen te halen.”

Streven

“De Europese Unie streeft ernaar om tegen eind dit decennium in het transport ongeveer een kwart van de behoeften aan brandstoffen uit hernieuwbare bronnen – waaronder onder meer elektriciteit of waterstof – te halen. Volgens een analyse van de Europese Commissie zou ongeveer 5,1 procent van dat volume uit biobrandstoffen afkomstig kunnen zijn.” (lb)

Meer