De Nobelprijs voor Fysica gaat dit jaar naar een team van drie wetenschappers voor hun onderzoek naar zwarte gaten. Dat heeft de Koninklijke Zweedse Academie voor Wetenschappen (KVA) dinsdag in Stockholm bekendgemaakt.
Britse natuurkundige Roger Penrose, de Duitse astrofysicus Reinhard Genzel en de Amerikaanse astronome Andrea Ghez zijn de drie laureaten. Penrose krijgt het grootste aandeel van het prijzengeld – 10 miljoen Zweedse kronen, 960.000 euro – omdat hij de grootste bijdrage heeft geleverd.
De 89-jarige Penrose legde de link tussen de vorming van zwarte gaten en de Algemene Relativiteitstheorie van Einstein. Hij heeft samengewerkt met Stephen Hawking om de singulariteit in de kern van zwarte gaten te onderzoeken. Dat fenomeen beschrijft Einstein als ‘een punt met een oneindig klein volume en een oneindige grote dichtheid, waar ruimte-tijd zo sterk gekromd is dat ruimte en tijd feitelijk ophouden te bestaan’.
Ghez en Genzel worden gelauwerd voor hun onderzoek naar de invloed van zwarte gaten op de banen van hemellichamen, meer bepaald het -vermoedelijke – zwarte gat in het centrum van onze Melkweg.
Ghez is nog maar de vierde vrouw die de Nobelprijs voor Natuurkunde krijgt. ‘Ik hoop andere vrouwen te inspireren om voor deze wetenschapstak te kiezen’, zei ze bij de bekendmaking.
