Een overstap naar de productie van elektrische voertuigen zal voor de autoconstructeurs niet voldoende zijn om hun klimaatdoelstellingen te halen. Er zal ook moeten worden ingezet op de productie van synthetische brandstoffen (e-fuels). Dat heeft Oliver Blume, de nieuwe topman van de Volkswagen Group, gezegd in een gesprek met het magazine Automobilwoche.
Blume wees er daarbij op dat wagens met verbrandingsmotoren nog verscheidene decennia in het verkeer zullen blijven. Dankzij het gebruik van synthetische brandstoffen zal die technologie volgens hem echter zijn ecologische voetafdruk drastisch kunnen inkrimpen.
Schril contrast
Oliver Blume, die bij de Volkswagen Group tot nu toe de leiding had over het merk Porsche, vervoegt met deze uitspraken leidinggevenden van fabrikanten zoals BMW en Toyota, die eerder al duidelijk waarschuwden voor een strategie die uitsluitend op elektrische wagens zou rekenen.
Ook bij Porsche had Blume al een sterke interesse in synthetische brandstoffen laten blijken. Dat standpunt vormt een schril contrast met de visie van Herbert Diess, de voorganger van Blume bij de Volkswagen Group.
Diess toonde weinig geloof in de synthetische brandstoffen. Hij maakte daarbij gewag van een beperkte efficiëntie en een hoog elektriciteitsverbruik bij de productie van de brandstof. Analisten wijzen er echter op dat investeringen in verdere ontwikkelingen de kwaliteit van de e-fuels sterk zullen verbeteren. Hierdoor zou de technologie volgens hen uiteindelijk wel degelijk een alternatief voor elektrische wagens kunnen aanreiken.
Het gebruik van e-fuels zal de Volkswagen Group bovendien toelaten de huidige productie van verbrandingsmotoren nog geruime tijd aan te houden. Vele synthetische brandstoffen hebben koolstofdioxide als basisproduct. Hierdoor kunnen traditionele automotoren nagenoeg zonder bijkomende uitstoot van broeikasgassen worden aangedreven.
De toekomst van de synthetische brandstoffen en de verbrandingsmotoren is echter in grote mate afhankelijk van het overheidsbeleid. De Europese Unie overweegt immers de technologie tegen midden volgend decennium volledig uit te faseren.
Conflicten
Herbert Diess, de voorganger van Blume, werd vier jaar geleden tot topman van de Volkswagen Group aangesteld. Hij moest het tijdperk van ‘dieselgate’, waarbij de autobouwer betrapt werd op fraude met emissiegegevens, definitief afsluiten en de groep naar een nieuwe toekomst leiden.
Diess zette daarbij alles in op de ontwikkeling van elektrische wagens, maar kwam daarbij geregeld in conflict met zowel de vakbonden als de eigenaars. Uiteindelijk zou Diess ook het vertrouwen van de belangrijkste aandeelhouders van Volkswagen – de families Porsche en Piëch – verliezen. In juli dit jaar werd bekend dat de samenwerking met Diess zou worden afgebroken.
“Oliver Blume (54), die bij Volkswagen al een lange loopbaan heeft uitgebouwd, zal wellicht een meer verzoenende strategie volgen dan Herbert Diess (63), een buitenstaander die destijds bij concurrent BMW werd weggehaald”, werpt Ferdinand Dudenhöffer, hoofd van het Center of Automotive Research, op. “Blume staat niet bekend als iemand die oorlog voert. Hij neemt minder risico dan Diess.”
Ook op softwaregebied zal Blume volgens analisten een andere koers varen dan zijn voorganger. “Terwijl Diess een ambitieuze strategie leidde om de ontwikkeling bijna volledig in eigen huis te brengen, zou Blume mogelijk open kunnen staan voor een grotere samenwerking met externe leveranciers”, zegt analist Matthias Schmidt.
“Deze activiteit herbergt een enorme winstmachine, waardoor veel constructeurs de technologie onder eigen dak willen brengen. Maar het uitbouwen van een softwarebedrijf vergt een heel andere aanpak dan het besturen van een autobouwer.”
(lb)