De kans dat de in december afgesloten mini-deal tussen de Verenigde Staten en China het voorziene vervolg krijgt, is heel klein. Dat geeft nu ook de Amerikaanse president Donald Trump toe.
Halverwege december sloten de Verenigde Staten en China een mini-akkoord om de toekomstige handel te regelen. Wat er exact instaat, is nog altijd niet helemaal duidelijk, maar één van de afspraken zou zijn dat China in twee jaar tijd 200 miljard dollar extra aan goederen importeert, waaronder 32 miljard aan landbouwproducten. In ruil voor die toezeggingen zou de VS tarieven op Chinese goederen schrappen.
Beschadigde relaties
Trump hield altijd hoog dat hij zo snel mogelijk werk wou maken van de tweede fase van de handelsdeal, ‘nog voor de verkiezingen van 2020’, maar toen kwam de coronacrisis. Tijdens een gesprek met journalisten aan boord van zijn regeringsvliegtuig, bracht de Amerikaanse president China en Covid-19 opnieuw met elkaar in verband. ‘Ze hadden de pest kunnen stoppen. Zij konden het doen. Ze hebben het niet gedaan’, stelde Trump.
Gevraagd of de vernieuwde spanningen de tweede fase van de handelsovereenkomst in gevaar brachten, antwoordde de Amerikaanse president dat hij er niet eens aan dacht. ‘Daar staat mijn hoofd nu niet naar’, klonk het. ‘De relaties met China zijn ernstig beschadigd.’
Straffen via Hongkong
Het gaat dan bijvoorbeeld op de toenemende greep van China op de semi-autonome regio Hongkong. Sinds enkele weken is er een nieuwe veiligheidswet in voege, die het streven naar onafhankelijkheid en buitenlandse inmenging verbiedt. Zo hoopt Peking om de Hongkongse protestbeweging in de kiem te smoren.
De Verenigde Staten reageerden met een straf voor China, via Hongkong, want de stadstaat verliest haar speciale handelsrelatie met de Amerikanen. Dat maakte minister van Buitenlandse Zaken Mike Pompeo eind mei bekend. ‘Terwijl we ooit hoopten dat een vrij en welvarend Hongkong een voorbeeld zou zijn voor autoritair China, is het nu duidelijk dat China Hongkong vormgeeft naar zichzelf’, zei hij daarover.
