De inflatie in de eurozone blijft voor de tweede maand op rij negatief. Op het eerste gezicht lijkt dit goed nieuws voor de consument, maar de realiteit is veel genuanceerder.
Het gaat niet goed met de inflatie in de eurozone. In september klokte die af op -0,3 procent. Dat is de tweede maand op rij dat de inflatie negatief is. In augustus was er met een inflatie van -0,2 procent voor het eerst sinds 2016 sprake van een negatieve inflatie in de eurozone.
Bij een negatieve inflatie wordt het leven goedkoper. Zo zijn de energieprijzen in september op jaarbasis met 8,2 procent gedaald. Al zijn er bepaalde zaken ook duurder geworden, zoals tabak en alcohol. Die prijzen zijn gestegen met gemiddeld 1,8 procent.
Hoe dan ook zijn experts als de dood voor een negatieve inflatie. Bij een negatieve inflatie potten consumenten hun centen op omdat ze verwachten dat de prijzen nog verder zullen dalen. Dat heeft op zijn beurt een nefaste impact op de economische groei. Daarom streeft de Europese Centrale Bank (ECB) naar een inflatie van net geen 2 procent. En die ambities hebben een impact op ons spaargeld.
Slecht nieuws voor spaarders
De ECB heeft verschillende tools ter beschikking om de inflatie aan te zwengelen. Zo houdt ze de depositorente – de rente die de banken krijgen wanneer ze geld stallen in Frankfurt – op -0,5 procent. De banken betalen dus om hun geld opzij te zetten bij de ECB. Door die lage rente hebben ze dan ook minder nood aan spaargeld met een lage spaarrente als gevolg.
Waar u zes jaar geleden uw geld kon parkeren op spaarboekjes met een rente hoger dan 2 procent, moet u vandaag al uw best doen om een spaarboekje met een rente hoger dan 0,11 procent te vinden. Als spaarder ziet u dus uw spaaropbrengsten stevig dalen bij een negatieve of lage inflatie. De lage spaarrente moet ons aanzetten meer uit te geven om zo de inflatie een stevige boost te geven.
Voorts dreigt u koopkracht te verliezen zodra de inflatie stijgt, maar onder de inflatiedoelstelling van de ECB blijft. Zo hebben de Belgische spaarders de afgelopen 10 jaar 13 procent aan koopkracht verloren, blijkt uit cijfers van journalisten Michaël Van Droogenbroeck en Ewald Pironet. In België was de inflatie in september positief: 0,5 procent.
Gouden tijden voor huizenjagers
Goed nieuws is er wel voor de mensen die lenen, in het bijzonder zij die een hypothecaire lening wensen af te sluiten. Door obligaties van overheden en bedrijven te kopen, houdt de ECB de langetermijnrente laag. De banken kijken onder meer naar die rente om het tarief van hun woonleningen te bepalen. Volgens de rentebarometer van Immotheker Finotheker bedraagt het gemiddelde rentetarief voor een lening op 20 jaar vandaag 1,46 procent (quotiteit hoger dan 80 procent).
Ook wie een consumentenkrediet, zoals een auto-of renovatielening, afsluit is vandaag veel goedkoper af dan enkele jaren geleden.
De lage rentes zullen hoe dan ook niet snel verdwijnen. De ECB overweegt overigens haar inflatiedoelstelling te laten varen. Daardoor kan ze haar huidig beleid langer handhaven, ook al stijgt de inflatie boven de symbolische grens van 2 procent. Dit om de lange periodes van lage inflatie te compenseren.