Meer Amerikaanse jongeren verkiezen nu socialisme boven kapitalisme

In de Verenigde Staten blijken steeds meer kiezers – vooral bij jongeren en democraten – het socialisme beter te vinden dan het kapitalisme. Dat is de conclusie van een peiling door consulent Gallup. In het begin van dit decennium zei 68 procent van de jongeren tussen achttien en negenentwintig jaar oud het kapitalisme goed te keuren, terwijl 51 procent zich achter het socialisme kon scharen. Eenzelfde enquête in augustus vorig jaar haalde het kapitalisme echter nog slechts 45 procent, tegenover 51 procent voor het socialisme.

Democraten waren begin dit decennium evenredig verdeeld voor kapitalisme en socialisme, maar nu scoort het socialisme 57 procent, tegenover 47 procent voor het kapitalisme. De leeftijdsgroep tussen veertien en zeventien toonde zich gelijkmatig verdeeld tussen het socialisme en het kapitalisme. Bij de totale bevolking blijft het kapitalisme (56 procent) nog wel populairder dan het socialisme (37 procent).

Progressief icoon

“Politici die zichzelf democratische socialisten noemen, hebben het afgelopen jaar duidelijk aan populariteit gewonnen,” zegt journalist Maxim Lott in een bijdrage voor Fox News. “Onder meer kan daarbij gewezen worden naar de nieuwe volksvertegenwoordiger Alexandria Ocasio-Cortez en naar senator Bernie Sanders, die een progressief icoon is geworden met voorstellen zoals een gegarandeerde medische verzekering voor ieder Amerikaans burger.”

“Maar de trend gaat veel verder dan die twee speerpunten, want peilingen laten zien dat Amerikaanse kiezers in het hele land in toenemende mate het socialisme verkiezen boven het kapitalisme,” aldus nog Lott, die verschillende verklaringen ziet voor de nieuwe trend.

“Experts zeggen dat het democratisch socialisme van Bernie Sanders vooral een succes is geworden bij jongeren omdat zij geen persoonlijke herinneringen meer hebben aan de Sovjet-Unie,” zegt hij. “Emily Ekins, directeur peilingen bij het Cato Institute, wijst erop dat jongeren zich de Koude Oorlog niet meer kunnen voorstellen en daarom het socialisme – dat in de Sovjet-Unie vooral werd gelinkt aan de opsluiting van dissidenten in goelags, voedseltekorten en economische stagnatie – ook niet identificeren met een vijand van de Verenigde Staten.”

“Een deel van de toegenomen steun voor het socialisme is mogelijk ook afkomstig van de verschillende opvattingen over de betekenis van het concept socialisme,” gaat Lott verder. “Terwijl historisch het socialisme de staat de eigendom van de productie toewijst en privé-eigendom onmogelijk maakt, denken veel Amerikanen dat het fenomeen betrekking heeft op welvarende naties met robuuste sociale vangnetten zoals Denemarken en Zweden.”

“Sanders zelf lijkt zijn mening over de betekenis van het socialisme in de loop der jaren eveneens te hebben veranderd. De jonge Sanders prees ooit gewelddadige socialistische regeringen in Cuba en Nicaragua, maar recenter sprak hij uitsluitend over Denemarken en Zweden.”

“Het is immoreel en verkeerd dat een kleine elite – 0,01 procent van de Amerikaanse bevolking – bijna evenveel rijkdom bezit als de onderste 90 procent van de natie,” zei Sanders. “Men ziet dat elk ander groot land gezondheidszorg aan iedereen als een recht aanbiedt. De Verenigde Staten is daarop een uitzondering.”

Onwetendheid

Experts zeggen dat de meeste Amerikaanse supporters van het socialisme vooral wijzen op genereuze welzijnsprogramma’s en de herverdeling van rijkdom, maar niet de officiële definitie van het concept in gedachten hebben.

“Het goede nieuws is dat de aanhangers van het socialisme geen flauw idee hebben wat ze zeggen,” zegt Tom Palmer, ondervoorzitter van Atlas Network, die ooit vrijheidsliteratuur naar de Sovjet-Unie smokkelde. “Het slechte nieuws is dat door die onwetendheid – zoals op verschillende plekken in de wereld is aangetoond – het socialisme aan de macht kan komen en vervolgens de economie kan vernietigen.”

Lott zegt verder dat jongere mensen vooral de neiging tonen voorstander te zijn van een sterkere overheid. Een onderzoek van het Pew Research Center wees uit dat 57 procent van de Amerikanen tussen achttien en negenentwintig jaar oud een grotere overheid met meer diensten wil, vergeleken met slechts 38 procent van de Amerikanen tussen vijftig en vierenzestig jaar en 40 procent bij de vijfenzestigplussers.

Ekins waarschuwt echter dat de tegenstanders van de verzorgingsstaat wellicht niet aan het kortste eind zullen trekken. “Jonge mensen hebben immers de neiging minder steun aan de overheid te geven wanneer ze gaan werken en belastingen moeten betalen,” zegt ze.

“Uiteindelijk zullen de burgers zich echter moeten afvragen of de Verenigde Staten zich werkelijk een verzorgingsstaat kunnen veroorloven die vergelijkbaar is met het Deense model, zonder de menselijke creativiteit, de risicobereidheid en het ondernemerschap te ondermijnen of het bankroet van het land te veroorzaken.”

Meer