Liz Truss verkozen tot nieuwe Britse premier

Liz Truss werd zojuist verkozen tot partijleider van de Britse conservatieve partij, en volgt daarmee meteen Boris Johnson op als premier van het Verenigd Koninkrijk. Rishi Sunak, minister van Financiën onder Johnson, moest de duimen leggen.

Liz Truss was lid van diezelfde regering, eerst als staatssecretaris voor Internationale Handel en nadien als minister voor Vrouwen en Gelijkheid. Op 15 september 2021 werd ze door premier Boris Johnson benoemd tot minister van Buitenlandse Zaken, de Commonwealth en Ontwikkelingszaken.

Gedoodverfde favoriet

De 47-jarige Truss was de gedoodverfde favoriet in deze verkiezingen. Haar werd al weken de grootste kans toegedicht om Boris Johnson op te volgen. Volgens de laatste peiling van het onderzoeksbureau YouGov schaart 66 procent van de leden van de Conservatieve Partij zich achter de politica, die vaak wordt vergeleken met ‘Iron Lady’ Margaret Thatcher.

De uit Oxford afkomstige politica heeft beloofd snel te handelen om de crisis in verband met de kosten van levensonderhoud in Groot-Brittannië aan te pakken. Truss zei binnen een week met een plan te komen om de stijgende energierekeningen aan te pakken en de toekomstige brandstofvoorziening veilig te stellen.

De Britten zijn in economisch zwaar weer beland. De eilandnatie zit al in een recessie en stevent af op een periode van aanhoudend lage groei, hoge werkloosheid en galopperende prijzen. Dat zijn de ontnuchterende conclusies van een gerenommeerde Britse denktank.

Geen Sunak

Truss wordt nu de derde vrouwelijke premier van het VK, na Margaret Thatcher en Theresa May. Zij won het pleit dus van Rishi Sunak, die twee jaar diende als minister van Financiën (Chancellor of the Exchequer) onder Boris Johnson. Die laatste moest aftreden door een aanhoudende reeks schandalen tijdens zijn bewind. Eerst was er Partygate, de reeks feestjes die de premier organiseerde in zijn ambtswoning tijdens de lockdowns om het coronavirus in te dijken. Dit schandaal had, op enkele ontslagen binnen Johnsons administratie na, echter weinig politieke gevolgen.

De druppel was uiteindelijk de situatie rond parlementslid Chris Pincher. Die zou in juni twee mannen hebben lastiggevallen en betast hebben in een privéclub, een daad die hij zelf niet ontkende. Johnson weigerde echter de man te ontslaan, die werkzaam was als deputy chief whip binnen de partij, en erop moest toezien dat de parlementsleden aanwezig waren bij stemmingen en moest controleren of ze op het juiste stemden.

Als gevolg van Johnsons niet-ingrijpen stapten meer dan 50 regeringsleden en medewerkers op, waarna ook Johnson bezweek onder de enorme druk.

(ns)

Meer