Klimaatuitdaging in transport en gebouwen

De Vlaamse klimaatinspanningen moeten zich de komende jaren vooral richten op transport en gebouwen. Op dat vlak moet het echte werk nog beginnen, en de illusie dat dit niemand iets zal kosten kan daarbij best zo snel mogelijk aan de kant.

Voor zover nog nodig laat het nieuwe VN-klimaatrapport geen ruimte meer voor twijfel: de opwarming van het klimaat is een feit, wordt veroorzaakt door de mens, leidt nu al tot extremere weersomstandigheden, en als we niet snel ingrijpen dan wordt het allemaal nog heel veel erger. In sommige hoeken wordt dat rapport aangegrepen voor een pleidooi voor een totaal andere manier van leven: we moeten afstappen van een economisch model gebaseerd op groei, we moeten naar volledig lokale landbouw, we moeten allemaal veel minder gaan consumeren, in essentie moeten we collectief verarmen… Dat soort ‘oplossingen’ heeft weinig kans op slagen. Niettemin impliceert de klimaatuitdaging belangrijke inspanningen, waar we best zo snel mogelijk werk van maken. Als we tegen 2050 de netto-uitstoot van broeikasgassen op wereldvlak kunnen reduceren tot nul, dan kunnen we de absolute doemscenario’s nog vermijden. Om dat te realiseren, kunnen we best zo veel mogelijk marktmechanismen inzetten. In dat kader pakte de Europese Commissie eerder deze zomer al uit met haar Fit-for-55-plannen, net om Europa tegen 2050 klimaatneutraal te krijgen. 

Vlaamse klimaatinspanningen

De klimaatplannen zullen ook in Vlaanderen belangrijke inspanningen vereisen. Het debat lijkt daarbij vaak (verkeerdelijk) te focussen op de industrie en de elektriciteitsproductie. Veruit het grootste deel daarvan valt evenwel onder het ETS, het Europese handelssysteem voor emissierechten. Dat kunstmatig gecreëerde marktmechanisme voor emissierechten, waarbij die rechten jaar na jaar gereduceerd worden, zorgt ervoor dat de uitstoot van de industrie en de elektriciteitsproductie op Europees niveau tegen 2050 zal evolueren naar klimaatneutraliteit. Het aantal emissierechten in Europa wordt tegen dan immers afgebouwd tot nul, waardoor oplopende prijzen voor die rechten bedrijven ertoe aanzetten om hun uitstoot in te perken. En dat ongeacht beslissingen van Belgische en/of Vlaamse ministers. Een duidelijke illustratie van hoe de inzet van marktmechanismen kan helpen om de klimaatdoelstellingen te realiseren.

De echte uitdaging voor Vlaanderen ligt in de uitstoot van activiteiten die niet onder het ETS vallen. Dat gaat vooral om transport (36 procent), gebouwen (28 procent) en landbouw (16 procent). Daar werden wel al wat stappen gezet, zoals de renovatieverplichting voor niet-residentiële gebouwen en de vergroening van de bedrijfswagens, maar die zullen lang niet volstaan om de doelstellingen te halen. De ingrepen die echt het verschil maken, moeten nog beslist worden. De voorgestelde tussentijdse doelstelling van 2030, waarbij Europa van België een vermindering van de niet-ETS-uitstoot met 47 procent verwacht, komt ondertussen snel dichterbij. Om ook maar enige kans te maken om de doelstellingen te halen, moeten we kijken naar maatregelen zoals een slimme kilometerheffing, een vorm van CO2-taks om het gebruik van fossiele brandstoffen duurder te maken, een concreet plan om huishoudens ‘van het gas af’ te krijgen, en moeten we op een ongeziene schaal renovaties van woningen opstarten, allicht via een renovatieverplichting met ondersteuning. Op dat vlak moet het echte werk nog beginnen, en de illusie dat dat niemand iets zal kosten kan daarbij best zo snel mogelijk aan de kant. 


De auteur Bart Van Craeynest is hoofdeconoom bij Voka en auteur van het boek Terug naar de feiten 

Meer