Het Antwerpse Jasna Rok combineert mode en technologie door ‘slimme kledij’ te ontwerpen. Een jurk die je nooit hoeft te wassen bijvoorbeeld, of een kraag die rood kleurt als je boos bent.
Jasna Rokegem (27) richtte in 2016 designstudio Jasna Rok in Antwerpen op, een lab waar ze mode laat flirten met technologie en wetenschap. Ze creëert prototypes voor innovatieve kledij, zoals een water- en vuilafstotende nanocoating, kledij die de emoties van de drager prijsgeeft, of modeshows via virtual reality.
Wat is jouw pitch?
‘Ik heb een achtergrond in fashion, maar ik vind het belangrijk dat mode ook functioneel is. Ik verbind kledij met technologie en zelfs sociologie. Zo wordt het een soort verlengstuk van je lichaam.’
Hoe ben je op dat idee gekomen?
‘Tijdens mijn studie mode aan de academie in Rotterdam tastte ik al de grenzen af tussen mode en technologie. Zo ontstond mijn afstudeerproject, Fashion on Brainwaves. Door hersengolven te meten en via apparatuur te verbinden met kledij, verandert de kleur van de stof realtime, naargelang je gemoed. Na het afstudeerproject werd ik opgepikt door onder meer Amsterdam Fashion Week en Panamarenko, en besloot ik een eigen bedrijf op te richten.’

Hoe werken jouw kledingstukken precies?
‘Mijn eerste projecten werkten via analyse van hersengolven. Mijn nieuwste project, ReConnect, maakt analyses op basis van je stem. Het is een 3D-geprinte kraag die stemgeluid opvangt via een microfoontje en codeert naar data. Die data worden naar de cloud gestuurd, waar algoritmes ze analyseren. Die analyse wordt teruggestuurd naar een heel klein computertje in de kledij die de gegevens omzet in visuele en voelbare feedback. De haartjes van de kraag gaan rechtop staan, de kleur verandert … Zo kun je zien of iemand kalm, boos, verdrietig of blij is. Een andere toepassing is een nanocoating die je aanbrengt op stof, waardoor je ze veel minder vaak hoeft te wassen. Het laagje werkt vuil- en waterafstotend.’
Wat is het grootste probleem dat je wilt aanpakken?
‘Mijn lab is speculatief, wat betekent dat ik concepten aanreik voor potentiële partners. Dat kan heel breed gaan. Ik denk bijvoorbeeld aan astronauten, die op deze manier over hun gevoelens kunnen communiceren met mensen op de aarde. Ik heb al gesproken met de CTO van de NASA in Washington, en hij was enthousiast. Maar het kan ook toegepast worden in de gezondheidszorg, bijvoorbeeld om autistische kinderen te laten communiceren over gevoelens.’

‘Bij de toepassing met nanocoating speelt ook het duurzame aspect. Als je weet dat de modewereld de op één na meest vervuilende industrie ter wereld is, heeft herbruikbare kledij veel potentieel.’
Ben je de eerste met dit idee?
‘Ja, het komt puur uit mezelf. Intussen zijn er internationaal meer mensen mee bezig, maar dat vind ik niet erg, integendeel. Ik ben ook niet van plan om een patent aan te vragen. Mijn filosofie is dat je alleen vooruit kunt komen in de wetenschap door krachten te bundelen. Ik word vaak gevraagd als keynote speaker rond cross-industry innovation. Goede innovaties hebben meer impact als je expertises kunt koppelen.’
Welke lessen heb je geleerd dankzij Jasna Rok?
‘Loslaten. (lacht) Hoeveel je ook zelf wilt controleren, in de praktijk kom je toch voor verrassingen te staan. Als je openstaat voor toeval en experiment, komen daar vaak de mooiste dingen uit voort. En nog een tip voor de Belgen: durf groots te dromen. Wij krijgen vaak de boodschap mee dat we ‘gewoon’ moeten doen, want ‘dat is al gek genoeg’. Maar ik zou exact het tegenovergestelde adviseren.’

Wat zijn de toekomstplannen?
‘Als ik mag dromen, zou ik heel graag naar de maan reizen met een van mijn kledingstukken, terwijl een ander stuk op aarde blijft. Via de technologie wordt mijn emotionele ervaring doorgestuurd naar de aarde, zodat mensen mee kunnen beleven hoe zo’n maanreis voelt. Je hoort astronauten vaak zeggen dat je pas in de ruimte beseft hoe klein en relatief alles hier op aarde is. Die emotie kunnen overbrengen, dat moet fantastisch zijn.’
Hoe ziet de wereld er wat jou betreft over twintig jaar uit?
‘Dan dragen we nog maar één kledingstuk, net zoals astronauten. Dat past zich aan je persoonlijke behoeften aan, naargelang de snufjes die je aan het basisstuk toevoegt. Denk bijvoorbeeld aan een shirt dat aanvoelt dat je ziek aan het worden bent, meteen je baas belt, een massage geeft en de verwarming wat hoger zet. Het klinkt nu als sciencefiction, maar jaren geleden hadden we ook nooit gedacht dat we vrijwel alles met één smartphone konden doen.’