Nieuw hoofdstuk in de saga van tracking en tracing: dan toch geen app, zo zegt Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA). Nochtans had federaal minister Philippe De Backer (Open vld), weliswaar intussen niet meer bevoegd voor de materie, 2 weken die app toch weer aangekondigd.
- In de toelichting na afloop van de Veiligheidsraad wordt veel gecommuniceerd. Eén opvallend interview op Eén met Jan Jambon, leider van de Vlaamse regering, was revelerend, als het op tracking en tracing van het virus aankomt.
- Immers, het was federaal minister Philippe De Backer (Open Vld) die lang het dossier bij zich had, en in een werkgroep alle digitale initiatieven bundelde. Maar die bevoegdheid van besmette patiënten opsporen en hun ‘contacten’ waarschuwen, zit ondertussen ferm bij de lidstaten.
- En toch: diezelfde De Backer kondigde twee weken geleden aan dat er wel degelijk een tracingapp zou komen, die de contacten van besmette personen makkelijk in kaart zou kunnen brengen via technologie. Die aankondiging werd overigens een paar dagen later nog eens dunnetjes overgedaan op de voorpagina van De Tijd. Een werkgroep onder leiding van Bart Preneel, het hoofd van de COSIC-onderzoeksgroep van de KU Leuven, zou die app vorm gaan geven.
- Maar nu riposteert Jambon dus: een app is zeker niet voor meteen. Want de Vlaamse regering heeft vragen over de efficiëntie én over de privacy. Zo komt die technologische oplossing om het virus op te sporen weer in een doodlopend straatje, en valt men terug op de dure, inefficiënte ‘menselijke’ methode: via callcenters en mondelinge ondervraging van patiënten.
- Jambon verwees onder meer naar Singapore, waar een app wel werkt, maar waar men niet bepaald veel aandacht heeft voor privacy. Dus daar kunnen trackers wel de locatie bepalen, én zo alle contacten. Maar in Europa is dat niet evident, omwille van de privacy. Of naar Oostenrijk, waar amper 4 procent van de burgers de app heeft gedownload op z’n smartphone.
- Het ziet er dus sterk naar uit dat die app weer de lange baan op gaat. Ondertussen is wel duidelijk dat de immense budgetten voor de callcenters (tot 110 miljoen euro) niet zullen opgebruikt worden: de ondervragers hebben te weinig werk. Hun echte nut zal moeten bewezen worden bij een tweede golf besmettingen.