Instorting afvalindustrie heeft voor India zware gevolgen

Het toenemende verzet tegen de internationale handel in afval heeft aanzienlijk gevolgen voor de Indiase arbeidsmarkt. De inzameling en selectie van afval heeft in het land immers tewerkstelling gegarandeerd voor miljoenen mensen. Omdat vooral China zijn grenzen steeds vaker sluit voor de invoer van afval, dreigen in India velen hun inkomstenbron te verliezen.

Een aanzienlijke groep afvalverwerkers – raddiwallas – is dan ook al van de vuilnisbelten rond de grote Indiase metropolen naar hun geboortedorpen in landelijke regio’s moeten terugkeren. Daardoor dreigen ze opnieuw in extreme armoede terug te vallen.

Industrie

“De inzameling en verwerking van afval heeft in India een bloeiende industrie gecreëerd,” benadrukken Eric Bellman en Vibhuti Agarwal in de Amerikaanse krant Wall Street Journal. “Sommige raddiwallas gaan van deur tot deur om afval op te halen, anderen zoeken restmaterialen op bouwwerven. Nog een andere groep kuist parken en straten op.”

“Er zijn zelfs specialisten die menselijk haar verzamelen. Dat wordt nadien in bulk naar buitenlandse pruikenfabrikanten geëxporteerd. De raddiwallas zijn de basis van een afvalindustrie die in India een waarde van ongeveer 25 miljard dollar zou vertegenwoordigen. Er zijn trouwens niet alleen raddiwallas, maar ook groothandelaars en uiteindelijk industriële verwerkers.”

“Afval creëert in India een inkomen voor industriële conglomeraten, maar betekent ook voor een deel van de armste bevolkingsgroepen een uitweg uit de diepste ellende,” zeggen Bellman en Agarwal nog. “Maar dat hele systeem dreigt nu bijna helemaal in te storten. Dat heeft te maken met het beleid in de Verenigde Staten en China, de twee belangrijkste pijlers van de internationale afvalhandel.”

“China, wereldwijd de grootste afnemer van afval, heeft besloten om de invoer van restproducten grotendeels te verbieden. Daardoor dreigen de Indiase raddiwallas nagenoeg al hun klanten te verliezen. De Verenigde Staten, wereldwijd de grootste producent van afval, blijft anderzijds de internationale markt overspoelen.”

“De grotere toevoer doet de prijzen instorten,” benadrukken Bellman en Agarwal. “De Chinese invoerbeperkingen hebben dat probleem nog verergerd. De raddiwallas krijgen daardoor voor hun verzamelde voorraden niet langer voldoende geld om in hun levensonderhoud te voorzien. Hierdoor dreigt een volledige industrie ondermijnd te worden.”

Migratie

De afvalverwerking heeft de voorbije jaren een opmerkelijke binnenlandse migratie op gang gebracht. Duizenden gezinnen beslisten immers hun dorpen op het Indiase platteland te verlaten om in de grote steden afval te gaan verzamelen. Door de instorting van de markt zien velen zich echter verplicht naar hun geboorteplek terug te keren.

“Sommige gezinnen konden met de inzameling van afval tot 5 dollar per dag verdienen,” aldus Bellman en Agarwal. “Dat bleek voldoende om het levensonderhoud van het huishouden te garanderen. Vaak was er bovendien nog een overschot om naast de vuilnisbelten een terrein te kopen waarop de raddiwallas een eigen eenvoudig onderkomen konden bouwen.”

Die sites groeiden vaak uit tot nieuwe dorpen met honderden gezinnen. Op de vuilnisbelten vonden ze ook materialen om hun eenvoudige woningen aan te kleden. De overheid zorgde vaak voor aansluitingen met elektriciteit en drinkbaar water

“Dat was voor velen nog altijd beter dan het leven in hun geboortedorp. Maar ook de groothandelaars en de industriële verwerkers dreigen in problemen te komen. Vaak leggen ze massale voorraden aan, in de hoop dat de marktprijzen zich alsnog herstellen. Sommigen hopen na het afhaken van China alternatieve afnemers te kunnen vinden.”

“De raddiwallas waarschuwen bovendien dat de instorting van de afvalmarkt ook voor het leefmilieu een slechte zaak zal blijken. Wanneer het afval niet kan worden verwerkt, zal het volgens hen immers uiteindelijk opnieuw op de vuilnisberg terecht komen of worden verbrand.”

Meer