De inflatie in de eurozone heeft opnieuw een record gebroken. Het inflatiecijfer kwam in maart uit op 7,5 procent, zo blijkt uit een eerste ‘flash’-raming van statistiekbureau Eurostat.
Het einde van de torenhoge inflatie lijkt nog niet in zicht. Ook in maart zat de inflatie op een recordkoers. Volgens gegevens van Eurostat kwam die uit op 7,5 procent. Dat is meer dan wat de economen hadden voorspeld. Zij gingen uit van een Europese inflatie van 6,7 procent. In februari bedroeg de inflatie 5,9 procent.
Stijgende energieprijzen
Zoals de afgelopen maanden is de stevige portie geldontwaarding het gevolg van de opgelopen energieprijzen. De prijs van een vat ruwe olie noteert bijvoorbeeld nog boven de symbolische grens van 100 dollar.
De stijgende olieprijzen hebben de afgelopen maanden een extra boost gekregen door de oorlog in Oekraïne. Daardoor is er heel wat paniek op de markten, met dus de stijgende prijzen als gevolg. Voorts zitten ook heel wat andere grondstofprijzen in de lift. 30 procent van de wereldwijd verhandelde tarwe is bijvoorbeeld afkomstig uit Rusland en Oekraïne.
Bert Colijn, econoom bij ING, merkt op dat ook de kerninflatie in de lift zit. Die bedroeg in maart 3 procent. In februari was dat 2,7 procent. “De inflatie is dus nog grotendeels het gevolg van de stijgende energie- en voedselprijzen, maar we zien dat nu ook het prijskaartje van andere diensten en producten stijgt”, klinkt het.
Gaat de inflatie afkoelen?
Vraag is of de inflatie bijna gaat afkoelen. Volgens Colijn is dat voornamelijk afhankelijk van het verdere verloop de oorlog in Oekraïne. “Door die oorlog is het heel moeilijk om voorspellingen op korte termijn te doen. In ons basisscenario gaan we er hoe dan ook van uit dat de inflatie in april verder zal stijgen. We sluiten zelfs een dubbelcijferige geldontwaarding niet uit”, aldus de econoom.
Colijn waarschuwt onder meer voor “tweede-ronde-effecten” van de oorlog. “Die effecten zullen er waarschijnlijk sneller komen dan verwacht door de stijgende energieprijzen”, merkt hij op. Hij voegt eraan toe dat we ook de toenemende coronabesmettingen in China niet uit het oog mogen verliezen. Door de strenge lockdowns aldaar dreigen de verstoringen in de bevoorradingsketen weer op te laaien. “Dat houdt de druk op de producentenprijzen en vervolgens op de inflatie langer aan. Wij verwachten dan ook dat de inflatie in 2022 tot 6 procent of hoger zal zijn”, verklaart hij.
Druk op ECB neemt toe
De hoge inflatie verhoogt ook de druk op de Europese Centrale Bank om nog sneller haar stimulus af te bouwen. De toezichthouder streeft immers naar een inflatie van 2 procent op de middellange termijn. Het huidige inflatiecijfer ligt dus bijna vier keer hoger.
Op middellange termijn zit de ECB in een lastig parket. De toezichthouder kan de rente verhogen om de inflatie te temperen, maar daarmee loopt de toezichthouder het risico dat het de (op dit moment fragiele) economische groei fnuikt. Sommige economen sluiten een stagflatie, combinatie van hoge inflatie met economische groeivertraging, in de nabije toekomst niet uit.
Momenteel plant de ECB om het opkoopprogramma in het derde kwartaal van dit jaar te staken. Dat zet de deur open voor een eerste renteverhoging tegen het einde van 2022.
(lp)