India heeft na zeventig jaar opnieuw een populatie cheeta’s

Na een afwezigheid van ruim zeven decennia heeft India opnieuw een populatie cheeta’s. Het Indiase Kuno National Park, ongeveer 320 kilometer ten zuiden van Delhi, heeft immers zopas een groep van acht jachtluipaarden, afkomstig uit Namibië, ontvangen. Het initiatief maakt deel uit van een ambitieus project om de soort opnieuw in India te introduceren. De laatste Indiase cheeta’s werden immers in de jaren veertig van de voorbije eeuw gedood.

Het Kuno National Park is een beschermd gebied met een oppervlakte van ongeveer 750 vierkante kilometer. Het werd voor de herintroductie van de cheeta’s geselecteerd omwille van zijn wijde graslanden en de overvloedige aanwezigheid van prooidieren.

Iran

De groep cheeta’s, tussen twee en vijfenhalf jaar oud, zijn afkomstig van een een wildpark ten noorden van de Namibische hoofdstad Windhoek. Met een gecharterde Boeing 747 werden de dieren met een vlucht van elf uur naar India overgebracht.

Aan de voorbereiding van het project werd meer dan een decennium gewerkt. De eerste gesprekken over de herintroductie van de dieren vonden zelfs plaats tijdens het laatste decennium van de vorige eeuw. De cheeta’s zijn een donatie van Namibië, een van de weinige landen waar de dieren nog in de vrije natuur leven.

India was ooit de thuisbasis van de Aziatische cheeta, maar werd er zeventig jaar geleden uitgestorven verklaard. De ondersoort, die ernstig bedreigd is, was ooit doorheen het hele Midden-Oosten, Centraal-Azië en India terug te vinden. Nu is alleen nog een kleine populatie in Iran overgebleven.

De Indiase overheid besloot echter om een groep Afrikaanse cheeta’s, een andere ondersoort, op een experimentele basis in te voeren en op een zorgvuldig gekozen locatie de vrijheid te geven. De dieren werden uitgerust met zenders. Daardoor wordt het mogelijk om hen met satellietcommunicatie te volgen.

Er zijn inmiddels ook onderhandelingen opgestart met Zuid-Afrika. Gehoopt wordt dat hierdoor binnen een periode van twaalf maanden de huidige Indiase populatie nog eens twaalf exemplaren kan worden uitgebreid. De uiteindelijke bedoeling is om met de invoer vanuit Afrika een groep van een veertigtal jachtluipaarden te vormen.

Gegeerde pels

Het verdwijnen van de originele populatie Indiase cheeta’s moet volgens experts worden toegeschreven aan een verlies aan leefgebied, maar ook werd er intensief op de dieren jacht gemaakt. Hun gevlekte pels was immers bijzonder gegeerd voor de productie van exclusieve jassen.

Algemeen wordt aangenomen dat de Indiase prins Ramanuj Pratap Singh Deo op het einde van de jaren veertig van de voorbije eeuw de drie laatste exemplaren van de Indiase populatie cheeta’s heeft doodgeschoten.

“Het jachtluipaard is een van de oudste grote kattensoorten”, merken woordvoerders van het Cheetah Conservation Fund op. “De geschiedenis van de soort gaat ongeveer 8,5 miljoen jaar terug. De cheeta zwierf ooit in grote groepen doorheen Azië en Afrika, maar vandaag zijn er wereldwijd nog amper zevenduizend exemplaren overgebleven. De dieren zijn nog nagenoeg uitsluitend in de Afrikaanse savannes terug te vinden.”

De International Union for Conservation of Nature and Natural Resources (IUCN) beschouwt de cheeta als een bedreigde soort. Het dier wordt vooral bedreigd door het verdwijnen van biotopen, het verlies aan prooien door de menselijke jacht, landontwikkeling en de klimaatverandering.

Rivalen

Niet iedereen is overtuigd van de succeskansen van het Indiase project. Volgens een aantal experts is het Kuno National Park te klein om de dieren te kunnen herbergen. “In Namibië hebben de cheeta’s leefgebieden tot ongeveer 1.600 vierkante kilometer”, merkt Bettina Wachter, hoofd van het Cheetah Research Project in Namibië, op.

“Met 748 vierkante kilometer lijkt het Indiase park dan ook te klein om een ​​levensvatbare cheeta-populatie in stand te houden. Bovendien is het Kuno National Park niet omheind. Er is dus een risico dat de cheeta’s naar dorpen aan de rand van het park afdwalen en daar op het vee jagen.”

Ook de Indiase bioloog Ravi Chellam is van mening dat het Kuno National Park maximum aan tien cheeta’s plaats kan bieden. “Men had eerste een geschikt leefgebied moeten inrichten vooraleer de dieren uit Namibië te halen”, beklemtoont Chellam.

“De cheeta’s zullen bovendien met andere carnivoren – luipaarden, hyena’s, wolven, beren en tijgers – kunnen worden geconfronteerd. In Afrika is bekend dat cheeta’s door leeuwen, hyena’s en luipaarden worden gedood. Omdat het gebied niet omheind is, kunnen in het Kuno National Park de jachtluipaarden ook door honden worden bedreigd.”

De initiatiefnemers geloven echter absoluut in de slaagkansen van het project. “Cheeta’s kunnen zich bijzonder vlot aan nieuwe situaties aanpassen”, werpt Laurie Marker, oprichter van het Cheetah Conservation Fund, op. “Wij maken ons dan ook weinig zorgen.”

(kg)

Meer