De transformatie die de luchtvaartsector ondergaat voegde vrijdag nog een nieuw hoofdstuk bij. De IJslandse luchtvaartmaatschappij Icelandair kondigde aan al zijn cabinepersoneel te ontslaan en het met onmiddellijke ingang te vervangen door… piloten.

Niet zozeer Covid-19, dan wel een vakbondsdispuut ligt aan de origine van de beslissing. In een aankondiging, die op de website van de vliegtuigmaatschappij werd gepubliceerd, staat te lezen dat Icelandair ‘permanent een einde maakt aan de contracten van het huidige cabinepersoneel en een permanent einde maakt aan de relatie tussen beide partijen’.

De dienstverlening tijdens de vluchten wordt – zoals dat sinds Covid-19 al het geval is – tot een absoluut minimum herleidt.

In de sector doet de aankondiging een paar wenkbrauwen fronsen. Cabinepersoneel speelt een cruciale rol in het naleven van veiligheidsmaatregelen. Tijdens de vlucht in het algemeen en bij noodsituaties in het bijzonder. Hoe piloten onmiddellijk deze functie zouden kunnen overnemen is onduidelijk. Of de maatregel wettelijk kan worden verdedigd in de regio’s waar Icelandair actief is – voornamelijk de VS en de EU – evenmin.

Cabinepersoneel volgt een doorgedreven training die tussen de 6 en 17 weken in beslag neemt. Speciale aandacht wordt besteedt aan zaken als noodsituaties, evacuatieprocedures (zowel in het water als op het land, waarbij het vliegtuig in 90 seconden moet worden geëvacueerd), brandbestrijding, overleven na een noodlanding in in afgelegen regio’s, EHBO etc. Talrijke stewards en stewardessen krijgen zelfs speciale opleidingen van de politie. Dat om tijdens de vlucht drugs- en mensenhandelaars op te sporen.

Icelandair voert ondertussen onderhandelingen over een nieuwe cao met een andere vakbond. Als dat tot een akkoord leidt zullen opnieuw cabin attendants worden aangenomen.