Cafés en restaurants moeten volgens de nieuwe coronaregels voor een maand dicht, maar hotels blijven open. Al willen vele hotels eigenlijk liever sluiten, om zo ook van de steunmaatregelen te kunnen genieten.

Sinds de publicatie van het ministerieel besluit zondagavond is het officieel: eet- en drinkgelegenheden zijn vanaf vandaag verplicht gesloten voor een maand. Ze mogen alleen nog afhaaldiensten organiseren.

Er zijn twee horecavormen die wél nog open mogen blijven, zegt de tekst:

• grootkeukens voor verblijf-, school-, leef- en werkgemeenschappen
• hotels, of zoals de tekst letterlijk zegt: ‘Alle logiesvormen, met inbegrip van hun restaurant maar met uitzondering van hun andere drankgelegenheden, en dit uitsluitend voor de gasten die er verblijven.’

Dat betekent dat het restaurant van een hotel open mag blijven, maar dan alleen voor de gasten en niet voor externe bezoekers. De bar moet wel in alle gevallen dicht blijven en er is ook geen enkele vorm van bediening aan de bar toegestaan. Voor de rest gelden de afstandsregels die eerder al in de horeca golden.

‘Liever dicht’

De bezetting in de hotels is evenwel dermate laag, dat veel hoteluitbaters zich afvragen wat de zin is van nog open te blijven. De Brusselse hotelassociatie BHA spreekt van omzetverliezen van 90 procent of meer per maand in de maanden juli tot september, in vergelijking met een jaar eerder.

Belangrijk juridisch element: omdat de hotels niet bij ministerieel besluit verplicht zijn om te sluiten, kunnen ze in principe geen aanspraak maken op de steunmaatregelen die de overheden voor de horeca aan het uitdokteren zijn. ‘Laten we ook meteen de hotels sluiten en dezelfde steunmaatregelen als de cafés en restaurants geven’, zegt de BHA.