Hongarije: hoe Viktor Orban zijn land in een onvrije democratie veranderde

Toen Viktor Orban in 1998 voor de eerste keer premier van Hongarije werd, begon het land aan een reeks opzienbarende veranderingen. In 2002 naar de oppositie verwezen kwam hij in 2010 opnieuw aan de macht. Na twaalf jaar Orban is Hongarije een onvrije democratie geworden, die het niet altijd nauw neemt met wetten en mensenrechten. En toch geniet Orban daarbij de steun van zijn volk. Hoe doet hij dat?

Viktor Orban was amper 25 jaar toen hij in 1988 als medeoprichter de politieke partij Fidesz lanceerde. Tien jaar later wonnen de ‘Jong Democraten’ de verkiezingen, en Orban werd op 35-jarige leeftijd al premier van Hongarije. Toen al deed hij pogingen om het parlement te verkleinen, waardoor de parlementaire meerderheid meer macht kreeg. De coalitie overleefde de volgende verkiezingen niet, en zo voerde Orban vanaf 2002 de oppositie aan.

Fidesz haalde in 2010 echter de absolute meerderheid bij de verkiezingen. Met 52 procent van de stemmen werd Orban opnieuw premier en had hij bovendien het parlement volledig onder controle. Voor de Europese Unie kwam de machtsgreep van Orban in Hongarije toch als een verrassing. Vooral omdat Orban nadien tal van veranderingen in het nadeel van de democratie doorvoerde. Hij zei in een speech in 2014, toen hij opnieuw met een ruime meerderheid verkozen werd, dat hij Hongarije in een “onvrije democratie” wil veranderen.

Onvrije democratie

Een illiberale democratie houdt in dat het volk nog wel de regering kiest, maar dat de openbaarheid van het bestuur beperkt wordt. En ook de rechten van het volk worden niet zo nauw genomen. Orban noemde landen zoals Rusland en Turkije als voorbeeld.

Momenteel heeft Fidesz alle takken van de Hongaarse regering in handen. De grondwet is veranderd, het parlement werd nog meer uitgedund, en de pers werd de mond gesnoerd. Intussen zijn alle kranten van Hongarije in handen van de entourage van Orban.

Hoe is dit Orban gelukt?

Centraal in de strategie van Viktor Orban staat de angst voor vreemdelingen in Hongarije. Zeker de voorbije jaren is die door de migrantencrisis sterk toegenomen. Met overheidsgeld heeft Orban een campagne gelanceerd waarbij Hongarije wordt afgespiegeld als een land dat belaagd wordt door moslims en andere migranten met een donkere huidskleur. Ook de liberalen van de Europese bureaucratie in Brussel worden door het slijk gehaald.

Waarom deze propaganda succes heeft in Hongarije? De oorzaak ligt bij het gegeven dat het land een lange geschiedenis van buitenlandse dominantie achter de rug heeft. En eigenlijk hebben ze nog maar een paar decennia ervaring met democratie, kapitalisme en vrije pers. Tot 1989 was Hongarije immers een communistische staat binnen de Sovjet-Unie.

Ook structureel heeft Orban voldoende veranderd om z’n stempel te kunnen drukken. Ervaren rechters zijn vervangen door z’n eigen aanhangers. Hij drukte mediawetten door die zijn critici de mond snoeren. Intussen heeft hij mensen in functies die vroeger onafhankelijk van de regering werkten. Op die manier is het heel waarschijnlijk dat Fidesz met een ruime meerderheid kan blijven regeren.

Steunt het volk Orban?

Het grootste deel van de bevolking staat achter Viktor Orban. Niet alleen was er een grote opkomst tijdens de verkiezingen in maart van dit jaar, Orban haalde ook opnieuw met gemak de meerderheid. Officieel was er niks mis met zijn verkiezing, want er waren kandidaten van de oppositie en de stemmen zijn correct geteld. Alleen krijgen andere partijen geen eerlijke kans door allerlei reglementen en wordt iedere vorm van kritiek op de regering onderdrukt.

Orban heeft de bevolking kunnen overtuigen dat enkel zij het christendom in Europa kunnen beschermen tegen de oprukkende moslims. Hij gebruikt daarbij graag de vergelijking met de vijftiende eeuw, toen Hongarije de grenzen van het christendom tegen het Ottomaanse Rijk verdedigde. Hongarije is inderdaad ontsnapt aan de grote toestroom van vluchtelingen die sinds 2015 naar Europa zijn gekomen.

Orban liet daarvoor een hek van meer dan 150 kilometer plaatsen en sloot de grenzen van Hongarije. Toen de Europese Unie besloot om in elk van z’n lidstaten migranten onder te brengen, verzaakte Hongarije aan de quota.

Ook nu er minder migranten de grenzen oversteken, blijft dit een belangrijk thema in de politiek van Orban. Zo waren beelden van een aanslag in Stockholm vorig jaar in aanloop naar de verkiezingen vaak op de Hongaarse televisie te zien. Migranten helpen is zelfs een strafbaar feit geworden. Daarmee viseert Orban vooral de miljardair-filantroop George Soros, een van zijn grootste tegenstanders.

Wie zijn Orbans bondgenoten?

Ooit was Viktor Orban een felle tegenstander van het communisme, maar nu steunt hij Rusland en hij heeft de Russische president Vladimir Putin al vaak het hof gemaakt. Zo mocht Rusland vorig jaar een contract tekenen waarmee het land de enige kerncentrale van Hongarije kon uitbreiden. De Russen hebben zo nog meer macht over de Hongaarse energiemarkt gekregen.

Orban is ook aanhanger van de Amerikaanse president Donald Trump, en dan vooral van zijn campagne ‘America First’. Hij ziet er een goedkeuring voor zijn eigen beleid in. “We hebben de toestemming van de hoogste positie ter wereld”, zei Orban daarover. Polen is misschien wel de grootste bondgenoot van Hongarije, want de Poolse leider Jaroslaw Kaczynski ziet Orban dan weer zelf als zijn grote voorbeeld.

© Getty

Kan Europa iets doen?

De Europese Unie weet niet hoe het Hongaarse probleem moet worden aangepakt. Iedere sanctie tegen Hongarije zal bovendien een veto van Polen krijgen, net zoals Hongarije niet zou toelaten dat Europa Polen zou bestraffen. Volgens Europees commissaris van Justitie Viviane Reding is de Europese Unie gemaakt om de vrijheid in de lidstaten te vergroten, niet om leden te sanctioneren die het tegenovergestelde zoeken. “We hebben nooit gedacht dat een lidstaat dit zou doen. Het was ondenkbaar.”

Meer