In Namen drukt oud-premier en PS-coryfee Elio Di Rupo nog steeds z’n stempel op de Franstalige politiek. Als Waals minister-president lanceerde hij een zoveelste relanceplan-met-burgerparticipatie. De vraag is hoe effectief dat allemaal is, om Franstalig België de achterstand met Vlaanderen te laten bijbenen, waar de PS nog steeds van droomt. Tegelijk leggen de beslissingen van de Waalse en Brusselse regering om met volmachten te werken een kloof met Vlaanderen en het federale niveau bloot.
De details: Het idee van een relanceplan voor Wallonië is niet nieuw. Het dateert al van voor de COVID-crisis, en werd bij de vorming van het regeerakkoord tussen PS, MR en Ecolo in de zomer van 2019 in grote lijnen geschreven, netjes rond drie thema’s van die drie coalitiepartners: er zijn immers drie ’taskforces’ in het plan, sociaal, economisch en ecologisch.
In het nieuws: De Waalse minister-president Elio Di Rupo (PS) stelt zijn ‘Get Up Wallonia’ voor, een relanceplan dat de tweede regio van het land er opnieuw bovenop moet brengen. Daarbij roept hij de ‘Waalse burger’ op om zelf input te geven over de prioriteiten die de regering moet leggen. Daarvoor kunnen ze een bevraging invullen op mawallonie.be. Overigens kunnen ook Vlamingen de enquête invullen (ja, we hebben het getest), u krijgt zelfs uitleg in het Nederlands.
Waarom dit belangrijk is: Het blijft de vaste overtuiging van de PS, en bij uitbreiding heel de Waalse politieke leidende klasse, dat het Waalse Gewest haar lot in eigen handen kan nemen, en op een dag haar voet ook economisch naast het rijkere noorden kan en zal zetten.
- Alleen, de recente politieke geschiedenis spreekt dat tegen. En Di Rupo zelf, als Waals minister-president, weet dat maar al te goed. Hij had immers een hand in meer dan één vorig groots aangekondigd relanceplan:
- In 1999 was er al eens een paars-groene regering, toen ook met minister-president Di Rupo. Die presenteerde toen bij de Waalse feesten z’n ‘Contract voor de toekomst van Wallonië‘, waarbij hij, ondanks zijn ruime coalitie, ‘een oproep deed aan de mobilisatie van de civiele maatschappij, om een positieve toekomstvisie uit te bouwen’, om hem destijds te citeren.
- In 2005 was er diezelfde Waalse minister-president, deze keer met een PS-cdH-coalitie, die een nieuw groots relanceplan lanceerde: ‘het Marshallplan‘.
- Dat plan zou verschillende updates krijgen en met name in 2014 opnieuw een prioriteit worden, in een nieuwe Waalse regering onder leiding van ene Paul Magnette (PS), en met de ideeën van ene Thomas Dermine (PS). Dan zaten we al aan een Marshallplan 4.0.
- Ondertussen stuurde PS-voorzitter Magnette Dermine in oktober naar de federale regering, om daar het federale relancebeleid voor heel België te gaan uittekenen, als staatssecretaris.
- Maar nu komt Di Rupo dus opnieuw met een eigen Waals plan, het ‘Get Up Wallonia‘-plan, dat meteen ‘post-COVID’ moet zijn.
- Het interessante, ‘nieuwe’, aan de plannen van Di Rupo is dat het deze keer geen plan mag zijn dat van bovenaf is opgelegd. ‘Dit moet een plan zijn dat van de burgers komt. We doen het anders, bottom-up. De burgers moeten bepalen in welk Wallonië ze willen leven.’ Men kan zich niet van de indruk ontdoen dat dit toch vooral een likje marketing is over een ondertussen toch al bekend concept.
- De bevraging loopt nu vijf weken, en komt dan in handen van een commissie experten, met nog een PS-coryfee aan de knoppen: Mathias Dewatripont. Dat is een briljant econoom van de ULB en lang directeur geweest bij de Nationale Bank voor de PS. Die komt dan tegen maart met z’n conclusies: de Waalse regering geeft zichzelf dus nog wat tijd. Een relance die al 20 jaar moet komen, kan nog wel enkele maanden wachten.
Waarom het er toe doet: De economische kloof in België blijft groot.
- Een van de speerpunten van het regeerprogramma van de federale regering is de ambitie om de werkzaamheidsgraad naar 80 procent te tillen. Ook de Vlaamse regering noteerde dergelijke ambitieuze cijfers. Dat cijfer van 80 procent wil dan zeggen dat 80 procent van de bevolking binnen de bevolkingsgroep op beroepsactieve leeftijd (20 tot 64-jarigen) ook effectief werkt.
- Opvallend was dat vicepremier Pierre-Yves Dermagne (PS) dit weekend al toegaf dat het ‘moeilijker is geworden‘ die cijfers te halen, een beetje een vreemde uitspraak omdat de inkt van het regeerakkoord nauwelijks droog is, en de coronacrisis ook toen al volop woedde.
- De waarheid is dat die ambitie ook in september al bijna absurd hoog lag. De cijfers vandaag, in kwartaal 2 van 2020:
- Voor heel België is dat 69,6 procent, een afname van 1,4 procent ten opzichte van 2019.
- Vlaanderen zit op 74,3 procent, een forse duik met 1,7 procent op één jaar. De crisis slaat daar dus zonder twijfel het hardst toe.
- In Wallonië, waar Di Rupo nu weer een relanceplan lanceert, zit men op maar 64 procent, en dipte men 1,2 procent ten opzichte van vorig jaar.
- De ergste cijfers zijn voor Brussel, waar maar 61,1 procent van de beroepsbevolking aan de slag is. Daar dipte dat cijfer ook ‘maar’ 0,6 procent: als er niet veel is, kan het ook niet veel krimpen.
- De werkloosheidscijfers zijn navenant. In Brussel krijgt 10,5 procent van de beroepsbevolking een werkloosheidsuitkering, in Wallonië 6,6 procent, in Vlaanderen 3,2 procent.
- Maar er is niet alleen de binaire vraag van wel of geen job. Ook de inkomens verschillen drastisch naargelang de regio: de kloof is groot.
- In Vlaanderen hebben inwoners een gemiddeld netto belastbaar inkomen van 20.125 euro.
- In Wallonië verdient men gemiddeld 17.281 euro.
- In Brussel gaat het slechts om 14.668 euro gemiddeld netto belastbaar inkomen per jaar.
- Opvallend is dat zeker in Wallonië die cijfers sterk regionaal verschillen. Waals-Brabant is de rijkste provincie, met 21.963 euro gemiddeld per jaar. Dat cijfert duwt heel Wallonië dus omhoog. De armste Waalse provincie, Henegouwen, komt nog op 16.360 euro, een pak hoger dan Brussel dus. Overigens kan naast het gemiddeld inkomen in Wallonië per gemeente makkelijk een politieke kaart gelegd worden: hoe armer, hoe roder, hoe rijker, hoe blauwer of groener.
Wat dat op termijn betekent: De financiële solidariteit in de sociale zekerheid blijft een gigantisch spanningspunt.
- Die kloof in werkgelegenheid en inkomen maakt dat er jaarlijks veel geld vloeit van het rijkere noorden naar het armere centrum en zuiden. Een Franse studie in 2019 becijferde dat bedrag van transfers via de sociale zekerheid op 6,4 miljard per jaar aan Vlaams belastinggeld, of net geen 1.000 euro per Vlaming per jaar. In 2017 wees een andere studie op 7 miljard.
- De redenering die de afgelopen 20 jaar systematisch gemaakt is bij de Franstalige politici is dat die kloof zou gedicht worden, en dat uiteindelijk daardoor ook de druk op de solidariteit via de sociale zekerheid zou afnemen, net als de bijhorende politieke druk vanuit Vlaanderen.
- ‘Geef ons wat meer tijd’, is altijd de uitleg geweest: als Brussel en Wallonië het economisch beter doen, minder werklozen en zieken hebben, en Vlaanderen dat sneller vergrijst en dus meer pensioen zou moeten krijgen, dan komt de balans in evenwicht. Vraag is of de huidige plannen, zowel Waals als federaal, straks genoeg zullen zijn om een echte omslag te realiseren en het spanningsveld te verminderen.
- Maar tegelijk is er een andere realiteit: de coronacrisis en de brexit treffen Vlaanderen harder. En ook daar wacht men op een doeltreffend en alomvattend relancebeleid, eerder dan maar blijven subsidies strooien aan de sectoren en bedrijven die het best hun lobbying verzorgen. De kans is met andere woorden reëel dat Vlaanderen gewoon feller verarmt, en zo de kloof kleiner wordt de komende jaren.
Opvallend om te noteren: De Brusselse en Waalse regering blijven naar volmachten grijpen om te regeren.
- In het voorjaar, bij de uitbraak van de coronacrisis, schakelde de federale regering over op zogenaamde ‘volmachten’ om te regeren. Dat houdt in dat de parlementaire controle op regeringswerk fel vermindert: alle regeringsbeslissingen worden in één pakket geramd, dat dan op het einde van de periode van volmachten in één keer wordt goedgekeurd.
- Niet echt een elegante manier van besturen in een democratie. Maar COVID-nood brak wet in maart, want er was even de terechte vrees dat het parlement niet meer fysiek zou kunnen samenkomen, en zo besturen praktisch moeilijk zou maken. Alle partijen met uitzondering van Vlaams Belang en PVDA steunden die volmachten federaal.
- Een voltreffer was dat niet: regeringswerk werd in praktijk eerder vertraagd door de volmachten, en heel de federale constructie werkte voor geen meter. Al na drie maanden kreeg de regering Wilmès II geen volmachten meer.
- Maar opvallend: aan Franstalige kant bleef men doorzetten. Op 28 oktober deed de regering Di Rupo in Namen alweer beroep op de ‘speciale machten’, om eigenlijk dus zonder veel controle te regeren. Dit weekend kreeg de Franse Gemeenschapsregering van Pierre-Yves Jeholet (MR) ook het licht op groen, net als de Brusselse regering van Rudi Vervoort (PS).
- Het wijst op een schrijnend gebrek aan echte oppositie. In Wallonië is er enkel het kleine cdH, dat meestemt voor de volmachten, en PVDA, die zich heftig verzet.
- In Brussel stemden de MR en cdH, daar toch in oppositie, en met felle kritiek, uiteindelijk mee met de regering: men durft niet tegen het eenheidsdenken in te gaan. De N-VA en PVDA waren de enige in het Brussels Parlement die tegen waren.
- In Vlaanderen schakelde men nooit over op volmachten: dat heeft veel te maken met het Vlaams Parlement, dat zich heftig verzet tegen de inperking van haar macht. Liesbeth Homans mag dan als voorzitter wel N-VA-lid zijn, maar in deze kwestie zet ze stevig haar hakken in het zand.
- Federaal duikt de mogelijkheid van nieuwe volmachten in de Franstalige pers regelmatig op. Maar onder meer op de Zestien is dat altijd afgewimpeld: het brengt onnodige herinneringen aan de inefficiënte maanden van het vorige kabinet naar boven.
Money money money: De schuld van het Brussels Gewest explodeert.
- Het Rekenhof komt met nieuwe cijfers van Brussel. Daar springt de schuld op het eind van dit jaar zo’n 2 miljard euro de hoogte in, ofwel een stijging met meer dan 60 procent. Die cijfers staan in Le Soir.
- De regering van Rudi Vervoort (PS) is bezig met de budgetten voor 2021, en moest dus ook inzage geven in de huidige cijfers. Vorige maand al sprak Vervoort van 1,5 miljard euro tekort, maar dat loopt nu dus verder op. Pas in 2024 voorziet het gewest weer een evenwicht in haar begroting. Bevoegd minister is de liberaal Sven Gatz (Open Vld).
- De Franstalige liberaal Alexia Bertrand (MR), in Brussel in oppositie, kraakt het beleid af tot de bodem. Ze spreekt van een ‘explosie van de schuld, waarbij deze regering maar één enkele verklaring blijft geven: de gezondheidscrisis’. Maar volgens haar steekt de Brusselse regering zo de kop in het zand, en blijft men de echte situatie gewoon ontkennen.
Money money money (2): Een Europese crisis met Hongarije en Polen dreigt.
- Het gaat om gigantisch veel geld, 1.047 miljard euro voor de Europese begroting en daarnaast 750 miljard voor een coronaherstelfonds, dat moet worden ingezet als krachtig Europees antwoord op de COVID-crisis.
- Zeker voor een open economie als België is dit pakket aan maatregelen honderd keer belangrijker dan gelijk welk eigen Belgisch, Vlaams of Waals herstelplan: hiermee gaat heel de Europese motor weer draaien en surft dit land, en alle deelstaten, mee. Maar nu sturen zowel Polen als vooral Hongarije een torpedo. Ze stelden hun veto tegen de meerjarenbegroting en het herstelfonds.
- Niet omdat ze tegen zijn, ze gaan elk miljarden krijgen, maar wel omdat in de marge van het akkoord is opgenomen dat er geen geld komt als ze de regels van de rechtstaat niet respecteren. Zowel in Polen als Hongarije zijn daarover al jaren vragen: de onafhankelijke rechtstaat in Polen, en persvrijheid en de schending van mensenrechten in Hongarije.
- De Hongaarse premier Victor Orban navigeert ondertussen toch al jaren de Europese wateren, en is zelfs nog steeds lid van de grootste politieke familie in Europa, de EVP. Daar maakt ook Angela Merkel deel van uit, net als in eigen land CD&V. Vraag is waarom zij al jaren dit soort zaken laten begaan in Europa’s achtertuin.
- CD&V zit nog steeds in dezelfde fractie en Europese partij, ook al wilde men begin dit jaar Orban eruit kegelen. Maar CD&V beet in het stof, onder meer omdat de Sloveense, Franse en Spaanse conservatieven binnen de EVP daar niet van wilden horen. Overigens feliciteerde de Sloveense premier, ook lid van die EVP, vorige week nog Donald Trump met z’n verkiezingsoverwinning. Vraag is of Orban nu nog altijd doodleuk deel van het christendemocratische clubje blijft.
- En ook de Polen hebben uiteraard hun politieke verwantschap in Europa: hun regeringspartij PiS (Recht en Rechtvaardigheid) zit netjes in één fractie met N-VA in het Europees Parlement.
Ondertussen nieuws van het coronafront: De cijfers dalen, het nieuws is goed. Maar versoepeling komt er voorlopig niet, dat is ondertussen wel duidelijk.
- Een nieuw vaccin, deze keer van Moderna, is blijkbaar nog beter dan dat van Pfizer. Efficiënter, en vooral, aan hogere temperaturen te bewaren.
- Elke Belg krijgt straks een gratis vaccin, zo besliste de stoet aan ministers van Volksgezondheid gisteren. Het plan is zo snel mogelijk tot 70 procent van de bevolking te vaccineren, in de hoop dat zo opnieuw naar de normaliteit kan worden overgegaan.
- Het is de Europese Commissie die de aankopen zal doen bij de grote farmaspelers. De vele ministers van Volksgezondheid in België gaan dan wel een plan voor de distributie van het vaccin moeten maken.
Stoelendans: PS en Open Vld herschikken hun studiedienst.
- De PS heeft een opvolger voor de sleutelpost van ‘directeur van het Institut Emile Vandervelde’ ofwel IEV. Dat is de dure naam voor de PS-studiedienst, een machine die de andere partijen in de Wetstraat angst inboezemt. Immers: kennis is macht. De PS heeft een lange traditie van bollebozen op die post van IEV-directeur, om zo telkens in onderhandelingen de anderen te overbluffen.
- De laatste baas was Thomas Dermine, de golden boy die tijdens de maanden regeringsonderhandelingen telkens voorzitter Magnette begeleidde. Als beloning stapte Dermine in de regering, om staatssecretaris van de relance te worden in De Croo I.
- Opvolger is Amaury Caprasse, ook een man met een indrukwekkend cv: eerst bij McKinsey en daarna jaren op allerlei PS-kabinetten. In 2017 ging hij werken voor de luchthaven van Charleroi, en later werkte hij mee een conversieplan voor Henegouwen uit. In 2019 werd hij kabinetschef bij Di Rupo, en het was Dermine die hem daar wegplukte om mee federaal te gaan. Maar dat liedje duurde dus zeer kort: Caprasse maakt nu weer promotie.
- Bij Open Vld is lang zo geen traditie zoals bij de PS: de studiedienst van de partij staat daar altijd wat in de schaduw van de kennis die op de kabinetten zit. Zeker nu de Vlaamse liberalen opnieuw de Zestien bezetten, is dat het geval. Jimmy Koppen volgt nu Thomas Leys op, die naar het kabinet van de premier trekt. Thomas Vanwing, die als communicatiespecialist al veel watertjes doorzwom, is de directeur communicatie en strategie van de partij.