Hoe de torenhoge inflatie ook goed nieuws kan zijn voor jouw portefeuille

We moeten al maanden lijdzaam toezien hoe onze koopkracht fors aan het afnemen is. Ook in maart scheerde de inflatie hoge toppen. Toch kunnen sommige mensen profijt doen bij een stevige portie geldontwaarding.

Waarom is dit belangrijk?

Uit cijfers van Statbel blijkt dat de Belgische inflatie in maart uitkwam op 8,31 procent, het hoogste niveau sinds 1983. Zoals de voorgaande maanden is de torenhoge inflatie grotendeels het gevolg van de toegenomen energieprijzen.

We moeten er geen doekjes om winden: de torenhoge inflatie is voor heel wat mensen een enorme streep door de rekening. Voornamelijk de energieprijzen zitten stevig in de lift. Elektriciteit is op jaarbasis 49,9 procent duurder geworden en voor gas betaal je 148,8 procent meer.

Aan koopkracht inboeten

Naarmate de inflatie toeneemt, kunnen we minder spullen kopen met hetzelfde kapitaal. In ons land bestaat weliswaar het systeem van automatische loonindexering, waardoor de lonen automatisch worden aangepast wanneer de spilindex wordt overschreden. In februari is dat de laatste keer gebeurd.

Verwacht wordt dat de spilindex in juli opnieuw wordt overschreden. Het monitoringcomité ging eerder nog uit van een overschrijding in oktober. Lonen van bijvoorbeeld ambtenaren en uitkeringen gaan bij een indexering vaak met 2 procent omhoog. In andere sectoren wordt de indexering doorgaans op een andere manier berekend.

Die indexering moet ons dus helpen om onze koopkracht te behouden. Het gaat hier dus niet zozeer over een pure loonsverhoging waarbij je koopkracht in principe toeneemt.

Goed nieuws voor kredietnemers

De grote winnaars bij de inflatie zijn de kredietnemers. Dat komt omdat de verschuldigde interesten niet worden aangepast aan de stijgende levensduurte, althans bij een lening met een vaste rentevoet.

Bij een variabele rentevoet worden de tarieven op een vast tijdstip aangepast, bijvoorbeeld een keer per jaar. Die tarieven stijgen als de rente in de lift zit. Dat is vandaag al het geval als gevolg van de toenemende inflatie. Voornamelijk de langetermijnrentes zitten al stevig in de lift. De Belgische tienjaarsrente heeft deze week de kaap van 1,1 procent gerond. Het is geleden van 2018 dat die rente boven de symbolische van 1 procent sprong.

Hoe dan ook voelen de mensen met een vaste woonlening dus niet de impact van de stijgende rentes. Meer nog: de reële kostprijs daalt naarmate de inflatie stijgt. We gaan er voor ons voorbeeld van uit dat je enkele jaren geleden een lening hebt afgesloten met een vaste rentevoet van 1,8 procent. Rekening houdend met het inflatiecijfer van maart komt de reële rentevoet uit op -6,51 procent (1,8 – 8,31 procent). Door de automatische indexering van de lonen neemt de maandelijkse aflossing een steeds kleiner hap uit het gezinsbudget. In de praktijk zal die reële rente hoger liggen omdat de loonindexering doorgaans onvoldoende is om de inflatie volledig bij te benen.

Wie vandaag een lening afsluit, moet wel rekening houden met hogere tarieven. Voor een woonlening van 250.000 euro op 25 jaar betaal je vandaag bijna 20.000 euro meer dan een jaar geleden.

(lb)

Meer