Hoe de grootste banken profiteren van ontbossing

Met de klimaatconferentie COP26 in het vooruitzicht doen banken en bedrijven hun uiterste best om zich fluogroen te profileren. De persberichten over groene investeringen, in lijn met het Klimaatakkoord van Parijs, vliegen in het rond. Tussen de PR-praat en persberichten graaf je echter de echte waarheid naar boven.

Waarom is dit belangrijk?

Op COP26 zullen de meeste wereldnaties samen op zoek gaan naar oplossingen voor het klimaatprobleem. Je kan nog samen zoveel uitstootnormen afspreken als je wil, zonder ontbossing tegen te gaan, hebben al die maatregelen geen enkele zin.

Uit een recent rapport van Global Witness raakte bekend dat ’s werelds grootste banken miljarden verdienen op kap van de ontbossing. In totaal investeerden banken met hoofdkantoren in het VK, de VS, China en de EU tussen 2016 en 2020 134 miljard euro in bedrijven die rechtstreeks verantwoordelijk zijn voor de ontbossing van de Amazone- en Cerradobossen en de tropische wouden in Gabon, Kameroen en Indonesië.

Belgische connectie

Tussen de banken staan enkele namen die zeker een belletje doen rinkelen: HSBC, JP Morgan, Deutsche Bank, Rabobank, Bank of China en BNP Paribas. Die banken investeerden niet enkel in bedrijven die aan ontbossing doen, ze krijgen er ook rechtstreeks winst van: in totaal zo’n 1,49 miljard euro, tussen 2016 (de start van het Parijsakkoord) en nu. Toch zijn het niet enkel de grote vissen die de ontbossing financieren: ook kleinere banken (zoals KBC) en pensioenfondsen investeren in bedrijven die actief deelnemen aan de ontbossing.

Op kop staat echter JP Morgan. De Amerikaanse bankengigant investeerde zo’n acht miljard euro in bedrijven die van ontbossing worden beschuldigd. Één van de bedrijven die JP Morgan sponsort is de Amerikaanse agro-industrieel Cargill. Dat bedrijf is ook in België actief, met kantoren, fabrieken, labo’s en opslagplaatsen in Antwerpen, Gent en Moeskroen. De Franse bank BNP Paribas is ook in België actief, en staat ook te blinken in het lijstje van ontbossingsinvesteerders. Toch niet voor lang meer, volgens het bedrijf zelf.

Zero ontbossing

BNP Paribas verklaarde eerder dit jaar niet langer bedrijven te ondersteunen die actief meewerkten aan de ontbossing. “BNP Paribas verbindt zich ertoe zijn klanten aan te sporen om voor zero ontbossing te gaan en legt bedrijven die een beroep willen doen op zijn financiële diensten, voortaan veeleisende traceerbaarheidscriteria op”, zegt Antoine Sire, Company Engagement Director bij BNP Paribas

Toch is zo’n belofte in de meeste gevallen gewoon gebakken lucht. De Britse privébank HSBC kondigde in 2017 al aan te stoppen met geld te geven aan bedrijven die aan ontbossing deden. Het leverde de bank zelfs de prijs op van ‘World’s Best Bank for Sustainable Finance’ door het Britse maandblad Euromoney. Sindsdien verdiende de bank nog meer dan 17 miljoen euro aan ontbossing.

Indonesië

Één van de grootste klanten van HSBC is het conglomeraat Jardine Matheson, gevestigd in Bermuda met hoofdzetel in Londen. Via een dochteraanneming Astra Agro Lestari, ondergebracht in Astra International, komt dat bedrijf rechtstreeks in contact met de palmolie-industrie in Azië. Astra kwam zelf al onder vuur voor ontbossing in Indonesië, waar jaarlijks één miljoen hectare aan regenwouden verdwijnt. Dat staat gelijk aan één derde van de oppervlakte van België.

Uit het rapport blijkt dat HSBC door deals met Jardine Matheson en Astra rechtstreeks 3,5 miljoen euro verdient aan de houtkap in Indonesië alleen. Hiernaast staat Astra ook bekend voor haar laksheid inzake brandpreventie: in totaal lieten meer dan 100.000 Indonesiërs al het leven bij bosbranden, aangestoken door bedrijven die ontbossen, en dus ook Astra.

Conclusie

Ontbossing een half toeroepen is dé uitdaging voor de nakende COP26-klimaatconferentie. En welke manier beter dan de financiële toevoer af te snijden? Bedrijven kappen massaal bossen, legaal al dan niet illegaal, met winstbejag als enige doel. Banken investeren in die bedrijven, met opnieuw winstbejag als doel: ze willen hun geld zien opbrengen. En daar ligt het probleem net.

De bedrijven die illegaal ontbossen worden amper of niet gestraft, door een uitzonderlijke mildheid of bijzondere onkunde van onder meer de Braziliaanse en Indonesische overheden. Westerse maatschappijen zien wel in dat ontbossing een reuzegroot probleem is, maar hebben niet genoeg drukkingsmiddelen om die landen waar ontbossing het meest plaatsvinden voor een blok te zetten. Wat wel kan helpen is de geldschieter, die allemaal in hun land een hoofdzetel hebben, bijzonder veel voordelen krijgen van de overheid en in sommige gevallen zelfs door de staat gefinancierd zijn, bij de lurven grijpen. Snellere, en strengere controle, betere bindende wetten rond het financieren van houtkapbedrijven en financiële of rechterlijke sancties indien ze hier toch aan blijven meewerken lijkt de oplossing om vanuit de westerse wereld de houtkap tegen te gaan.

(jvdh)

Meer