Hoe de Europese instellingen financieel de massamedia ondersteunen

Geregeld kwam reeds in het nieuws hoe de federale regering klassieke mediaspelers ondersteunt door het uitdelen van subsidies die oplopen tot wel 178 miljoen euro per jaar. Dat via een gratis bedeelcontract voor Bpost. Voor de Europese Commissie blijkt het alvast geen zorg, zelfs niet wanneer dit Belgische mediaconcerns helpt om overnames in Nederland te gaan doen.

Ook de steeds verdergaande inmenging door de overheid in het medialandschap in EU-lidstaten als Hongarije is bekend. Onder meer het Europees Parlement hekelde deze ontwikkeling al. Het EP staat steeds op de eerste rij om moord en brand te schreeuwen over de rechtstaat in dat land.  Nochtans is het EP zelf niet vies van inmenging in het medialandschap met belastinggeld. Zo blijkt uit een pas gepubliceerde lijst van entiteiten die in 2020 EP-fondsen ontvingen.

Daaronder vinden we heel wat NGO’s, in het bijzonder NGO’s die pleiten voor meer macht en geld voor het Europese niveau, zoals de “Europese Beweging”, de “Young European Federalists”, “Friends of Europe” en de denktank “European Policy Centre”. Het is maar bedenkelijk dat het EP het geld van de bevolking aanwendt om drukkingsgroepen te ondersteunen die pleiten voor steeds meer machtsconcentratie op EU-niveau. 

Belastinggeld voor belangrijke mediaspelers

Dit is echter allemaal nog onschuldig wanneer men ziet hoe het Europees Parlement honderdduizenden euro’s belastinggeld uitdeelt aan belangrijke mediaspelers in zowat elke EU-lidstaat. 

Bij de ontvangers van EP-gelden vinden we de belangrijkste Duitse en Italiaanse persagentschappen, DPA en ANSA, alsook de Franse publieke omroep. In België en Nederland gaat het om VRT, RTBf en BNR Nieuwsradio. Geen kleine jongens, om het zacht uit te drukken. 

Het gaat hier niet om fortuinen in vergelijking met de budgetten waarover deze media-organisaties beschikken, maar in vergelijking met het al bij al beperkte aandeel van berichtgeving over de EU is het toch ook niet te verwaarlozen. 

Is het normaal dat een documentaire financieel ondersteund wordt door het voorwerp ervan, op kosten van de belastingbetaler?

De VRT kreeg in 2020 bijvoorbeeld 127.310 euro van het Europees Parlement, met als verantwoording “The Voice of Europe – Making the history of the European Integration”. Allicht gaat het hier niet over een TV-programma over de Vlaamse wereldster Eddy Wally, die zichzelf het epitheton “The Voice of Europe” had toegeëigend, maar over een documentaire over het ontstaan van de EU, of iets in die trant. Is het normaal dat een documentaire financieel ondersteund wordt door het voorwerp ervan, op kosten van de belastingbetaler? Indien eurocraten uit eigen zak een documentaire zouden financieren om de EU wat in een beter daglicht te stellen, zou men dat nog kunnen verdedigen. 

Een oude praktijk

Het probleem is hier niet zozeer dat het een beetje zielig is om te zien hoe het Europees Parlement zendtijd koopt om toch maar wat aandacht te krijgen, maar dat politici op kosten van burgers de “vierde macht” financieel afhankelijk van zich proberen te maken.

Dit is uiteraard geen nieuw probleem, maar het is een zoveelste bevestiging dat deze bedenkelijke praktijken diep ingeburgerd zijn op het Europees beleidsniveau. 

Verleden jaar bekritiseerde de Nederlandse politicus Derk Jan Eppink – toen Europarlementslid, nu lid van de Tweede Kamer – nog hoe ook de Europese Commissie zich inlaat met deze praktijken, aangezien het in 2018 en 2019 zowat 165.000 euro uitgaf aan mediaprojecten die ‘pasten in het EU-beleid’. Hierbij weigerde de Europese Commissie bekend te maken wie de ontvangers waren.  

Zo gaat het er nu al jaren aan toe in de Europese instellingen. Het Europees Parlement gaf 10 jaar geleden meer dan 700.000 euro uit aan journalisten om hen uit te nodigen in Brussel of Straatsburg. In 2011 genoten zo niet minder dan 866 journalisten van terugbetaling van hun reiskosten, hotelovernachtingen en maaltijden, aan gemiddeld 838 euro per trip. 

Wiens brood men eet, diens woord men spreekt.

Meer