Hernieuwbare energie werd in 2020 voor het eerst de grootste bron van elektriciteitsopwekking in het Verenigd Koninkrijk, vóór fossiele brandstoffen.

Wind, zon, biomassa en waterkracht hebben vorig jaar 42 procent van de Britse elektriciteit opgewekt. Dat zegt denktank Ember, die samenwerkte met het Duitse Agora Energiewende. Tegelijkertijd waren fossiele brandstoffen, voornamelijk gas, goed voor 41 procent van het totaal.

In 2019 lag dat machtsevenwicht nog omgekeerd: toen was 37 procent van de elektriciteit afkomstig uit hernieuwbare energiebronnen tegenover 45 procent uit fossiele brandstoffen.

Profiteren van sterke wind

Het Verenigd Koninkrijk profiteert vooral van de sterke stijging in de productie van windenergie, dankzij enkele nieuwe installaties aan de winderige kusten van het land. Het is ook een van de prioriteiten van de conservatieve regering van premier Boris Johnson. In 2020 was windenergie goed voor 24 procent van de elektriciteitsopwekking, dubbel zoveel als vijf jaar eerder.

Geen steenkool meer vanaf 2025

Het aandeel van steenkool in de elektriciteitsopwekking blijft dalen en bedroeg in 2020 nog 2 procent. De Britten besloten eerder al om de steenkoolcentrales tegen 2025 volledig te sluiten.

Het nucleair aandeel in de elektriciteitsproductie bereikte 17 procent. De overheid is van plan het op dit niveau te houden, dat zou moeten bijdragen aan het bereiken van de doelstelling van koolstofneutraliteit voor het land in 2050.