In Groot-Brittannië is Jackie Doyle Price benoemd tot minister van zelfmoordpreventie. De aanstelling kadert in de inspanningen die de regering van de Britse premier Theresa May wil doen om het probleem van de zelfmoorden efficiënter aan te pakken. Vooral de toenemende meldingen over zelfmoorden bij tieners baren de autoriteiten bijzonder grote bezorgdheid.

Groot-Brittannië is volgens waarnemers de eerste natie in de wereld die een ministerie voor zelfmoordpreventie heeft opgezet. Jackie Doyle Price was binnen de regering van Theresa May eerder al benoemd tot onderminister van gezondheid, waarbij onder meer de verdediging van de mentale gezondheid onder haar bevoegdheid viel.

Hulplijn

Samen met de aanstelling van een minister voor zelfmoordpreventie heeft de Britse regering ook een grotere assistentie op scholen beloofd, terwijl ook nieuwe teams voor de ondersteuning van de mentale gezondheid zouden worden gecreëerd.

“Tevens zal hulp worden geboden bij de meting van de gezondheid van de studenten, waarbij ook aandacht zal worden gericht op het mentale welzijn van de jongeren,” aldus de Britse overheid.

Theresa May kondigde ook een budget van 1,8 miljoen pond aan voor de organisatie Samaritans, die met de bijkomende middelen zijn gratis hulplijn nog minsten gedurende vier jaar operationeel kan houden.

Studies wijzen uit dat in Engeland elk jaar meer dan 4.500 zelfmoorden moeten worden geregistreerd. Bij mannen onder de leeftijdsgrens van vijfenvijftig jaar blijft zelfmoord de belangrijkste doodsoorzaak. Bij tieners is het aantal zelfmoorden sinds het begin van dit decennium met 67 procent gestegen.

“Zelfmoordpreventie is bijzonder belangrijk,” aldus Theresa May bij de aanstelling van de nieuwe minister. “Door preventie kan een eind worden gemaakt aan de stigma die velen hebben gedwongen om in stilte te lijden en kan worden verhinderd dat zelfmoorden nog meer levens zouden kunnen eisen.”

Bespreekbaar

Doyle Price krijgt de taak ervoor te zorgen dat elke lokale regio effectieve plannen heeft om onnodige sterfgevallen te stoppen. Ze moet ook investeren in technologie die de grootste risicogroepen moet helpen identificeren.

Matt Hancock, de Britse minister van volksgezondheid, stelde bovendien dat de mentale gezondheidszorg door de aanstelling meer belangstelling zal genieten en hopelijk meer op dezelfde manier zal worden bekeken als de lichamelijke gezondheidszorg.

Hancock waarschuwde echter dat er nog een lange weg zal moeten worden afgelegd. De problemen zullen volgens hem niet van de ene dag op de andere kunnen worden opgelost. Een recent rapport van het National Audit Office benadrukte dat de mentale gezondheidszorg, ondanks bijkomende middelen, nog altijd met een gebrek aan personeel en bruikbare gegevens zal worden geconfronteerd.

“Gedurende lange tijd heeft het mentale welzijn niet hetzelfde niveau van ondersteuning genoten als de fysieke gezondheid,” erkende Matt Hancock. “Dat geldt niet alleen voor de beschikbare middelen, maar ook voor de manier waarop de maatschappij de problematiek benadert.”

Louis Appleby, professor geestelijke gezondheidszorg aan Manchester University, betoogde dat een minister voor zelfmoordpreventie alvast deuren zal kunnen helpen openen en het onderwerp kan helpen bespreekbaar te maken.