Alphabets ‘Netflix voor games’, Google Stadia, ligt in de digitale winkelrekken. Google belooft een revolutie maar vangt ook veel kritiek op de nieuwe service.

Gamen waar u internet heeft, met enkel een controller in de hand. Dat is het idee achter Google Stadia, de gamingstreamdienst die Alphabet dinsdag lanceert in ons land. Met Stadia wil Alphabet voet aan grond krijgen in de gamingmarkt. Die is zo’n 120 miljard dollar waard.

Hoe werkt Google Stadia?

Een console heeft u voor Google Stadia alvast niet meer nodig. De games draaien op de servers van Alphabet. Op welk toestel u speelt, kan u bepalen met de Stadia-controller. Daar moet u voor betalen, net zoals voor de games zelf.

Dat maakt dat Google Stadia geen Netflix voor gamers is, zoals aangekondigd. Spelen kan gratis aan lage snelheid, maar die spelletjes moeten in het aanbod zitten en in uw eigen persoonlijke bibliotheek. U moet die games dus apart betalen. Een abonnement op de streamingdienst kost tien euro, daarmee speelt u aan hoge kwaliteit. U betaalt dus om op al uw schermen te kunnen spelen.

Aanbod

Google biedt in een starterspakket een controller, een ChromeCast Ultra en drie maanden abonnement voor 129 euro aan. Bij dat abonnement krijgt u maandelijks een game gratis. De kwaliteit van de dienst blijft afhankelijk van uw internetsnelheid thuis.

In eerste instantie zijn er 22 games beschikbaar op Stadia. Daar zitten enkele bekende titels bij, zoals Destiny 2: The Collection, Assassin’s Creed Odyssey en Red Dead Redemption 2.

Of het project van Google zal slagen, valt nog af te wachten. De beperkte gameselectie en het gelaagde prijzensysteem kon bij de aankondiging op weinig sympathie rekenen. Stadia is dan ook op weinig vlakken de eerste.

Zo heeft Sony al een vergelijkbare abonnementsdienst, waar de games wel inbegrepen zijn. Met de Switch biedt Nintendo dan weer een console aan, waarmee u zowel mobiel als op het grote scherm kan spelen.