SARS-Cov-2, oftewel het nieuwe coronavirus, kan langdurige blootstelling aan hoge temperaturen weerstaan, volgens een Frans wetenschappelijk experiment. Dat heeft implicaties voor onder meer de veiligheidsvoorschriften voor labomedewerkers die met het virus werken.
Professor Remi Charrel en zijn team verhitten het Sars-Cov-2-virus gedurende meer dan een uur tot 60 graden Celsius. Daarna stelden ze vast dat sommige monsters zich nog konden reproduceren.
De wetenschappers moesten het virus bijna tot het kookpunt brengen om het volledig te doden, volgens de wetenschapelijke paper van het experiment dat dit weekend gepubliceerd werd.
Belangrijk voor testlabo’s
Het protocol van een monster een uur lang te verwarmen op 60 graden is een techniek die in veel testlaboratoria wordt gebruikt om een breed scala aan dodelijke virussen, waaronder ebola, te ‘deactiveren’. Weefselstalen van potentiële patiënten worden verhit zodat de labomedewerkers op een veilige manier kunnen testen of het weefsel al dan niet viraal DNA bevat. De aanwezigheid van viraal DNA betekent dat een patiënt positief test op dat specifiek virus.
Eens het virusstaal ‘dood’ is, of ‘gedeactiveerd’ heeft het geen infectiecapaciteit meer en kunnen onderzoekers er veilig mee aan de slag.
Voor SARS-Cov-2, het virus dat de ziekte Covid-19 veroorzaakt, kan die temperatuur voldoende zijn om een kleine hoeveelheid van het virus te doden. Maar waarschijnlijk niet voor monsters met een hoge dosis van het virus, volgens het Franse onderzoek.
Het ‘normale’ verhittingsproces resulteerde in een vermindering van de besmettingscapaciteit, maar genoeg virale stammen overleefden om een nieuwe infectieronde te veroorzaken, aldus de paper.
Chemicaliën en hazmatpakken
Een hogere temperatuur, een verhitting van 92 graden Celsius gedurende een kwartier om precies te zijn, deactiveerde het virus volledig.
Zulke hoge temperaturen kunnen echter het virale DNA beschadigen waardoor de testresultaten mogelijk waardeloos worden. De Franse onderzoekers raden dan ook aan om andere methodes te gebruiken om het virus te deactiveren in testlabo’s, bijvoorbeeld met chemicaliën in plaats van met hitte.
Om een goede balans te vinden tussen de veiligheid van labomedewerkers en de nauwkeurigheid van de tests, beveelt het onderzoek ook aan om volledige hazmatpakken te dragen bij het hanteren van virusmonsters, ook na deactivering.