De traditionele productie van een aantal beroemde Franse kazen – van Saint-Nectaire tot Bleu d’Auvergne – komt door de opwarming van de aarde op losse schroeven te staan.
De problemen zijn te wijten aan de toenemende periodes van extreme weersomstandigheden. Die situatie heeft impact op de hoeveelheid vers gras dat de lokale koeien kunnen eten, zegt het Franse Comité National d’Appellation.
Door de opwarming van de aarde wordt het volgens de Franse zuivelproducenten fysiek steeds moeilijker om de appellation-regels voor een aantal kazen te respecteren. De regelgeving bepaalt dat het vee slechts een beperkte hoeveelheid hooi te eten mag hebben gekregen.
Uitzonderingen
Droogteperiodes door de klimaatverandering maken het echter moeilijk om de koeien voldoende vers voedsel te garanderen. Hierdoor moeten de producenten aan de Franse voedselautoriteiten steeds vaker uitzonderingen vragen op de strikte voorwaarden die aan het maken van hun kazen zijn opgelegd.
‘Dit jaar is de helft van de beschermde zuivelproducten van Frankrijk door droogte getroffen,’ benadrukt Patrick Chassard, verantwoordelijke van het Comité National d’Appellation. Producenten van Bleu d’Auvergne, Fourme d’Ambert en Montbrison behoorden tot de eerste kaasmakers om alarm te slaan.
In juli dit jaar waarschuwden de melkveehouders van Livradois-Forez (Auvergne) dat er al sinds september vorig jaar geen regen meer was gevallen. Daardoor werden ze gedwongen om hun hooivoorraden aan te spreken voor de voeding van hun koeien. Normaal moeten die reserves pas in de herfst worden aangesproken.
‘Om onze kaas te produceren, moeten de koeien minstens honderdtwintig dagen in de wei blijven,’ verduidelijken ook de Laguiole-producenten. ‘In normale jaren kunnen de dieren honderdvijftig dagen grazen. Dit jaar zal die periode tot een gemiddelde van honderd dagen beperkt blijven.’
‘Het heeft niet meer geregend. De koeien hebben niets meer om op te grazen. Dezelfde droogte zorgde er trouwens voor dat er onvoldoende voorraden hooi konden worden gemaaid. Daardoor dreigen we niet meer aan de gestelde voorwaarden te voldoen. We moeten dus om aanpassingen vragen.’
Imago
Het Institut National des Appellations d’Origine (Inao), het Franse instituut dat de regels voor de appellatie opstelt, bleek bereid om een uitzondering toe te staan. Hierdoor kunnen de producenten een deel van hun voer buiten het eigen gebied kopen. Bovendien hoeven de dieren ook minder tijd op de wei te moeten doorbrengen.
Dat vormt echter een risico voor het imago van de Franse kazen. Omdat de melk minder rijk is dan normaal, zijn er ook grotere voorraden nodig om dezelfde volumes kaas te produceren.
‘De klimatologische omstandigheden variëren in toenemende mate,’ benadrukte de Inao. ‘Het is echter duidelijk dat deze situatie geen norm mag worden. Dergelijke problemen kunnen schade toebrengen aan het appellation-systeem.’
Aurélien Vorger, vertegenwoordiger van de producenten van de Fourme d’Ambers en Bleu d’Auvergne, erkent dat de producenten zich zullen moeten aanpassen. Daarbij denkt hij onder meer aan de introductie van verschillende soorten planten, waardoor de periode voor het grazen kan worden verlengd. ‘Dat proces zal echter tijd vergen,’ voert hij aan.